Ook Sem kreeg zonen. Hij, Jafets oudste broer, is de stamvader van alle nakomelingen van Eber. Zonen van Sem: Elam, Assur, Arpachsad, Lud en Aram. Zonen van Aram: Us, Chul, Geter en Mas. Arpachsad was de vader van Selach, en Selach de vader van Eber. Eber kreeg twee zonen.
Lees meer ...Genesis 11:1-9 Babel
Ooit werd er op de hele Aarde één enkele taal gesproken. Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie. Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt.
Lees meer ...Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Dit zijn de nakomelingen van Sem. Toen Sem 100 jaar oud was, verwekte hij Arpachsad, twee jaar na de zondvloed. Na de geboorte van Arpachsad leefde Sem nog 500 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. Toen Arpachsad 35 jaar was, verwekte hij Selach. Na de geboorte van Selach leefde Arpachsad nog 403 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. Toen Selach 30 jaar was, verwekte hij Eber.
Lees meer ...Genesis 11:27-32 Terach
Dit is de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen. Terach verwekte Abram, Nachor en Haran. Haran verwekte Lot; hij stierf nog tijdens het leven van zijn vader Terach, in Ur, een stad van de Chaldeeën, in zijn geboorteland. Abram en Nachor trouwden allebei.
Lees meer ...Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen. Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal Ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’ Abram ging uit Charan weg, zoals de HEER hem had opgedragen.
Lees meer ...Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Eens brak er in het land hongersnood uit. Abram trok naar Egypte om daar tijdelijk te gaan wonen, want de hongersnood was zeer zwaar. Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zei hij tegen zijn vrouw Sarai: ‘Luister, ik weet heel goed dat jij een mooie vrouw bent. Als de Egyptenaren je zien, zullen ze denken: Dat is zijn vrouw, en dan zullen ze jou in leven laten, maar mij zullen ze doden. Zeg daarom dat je mijn zuster bent, dan kom ik er dankzij jou misschien goed vanaf en loopt mijn leven geen gevaar.’
Lees meer ...Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Abram was bijzonder rijk: hij had veel vee, zilver en goud. Vanuit de Negev trok hij geleidelijk verder, tot aan Betel, tot aan de plaats tussen Betel en Ai waar zijn tent vroeger al had gestaan en waar hij toen een altaar had gebouwd. Daar riep Abram de naam van de HEER aan. Ook Lot, die met Abram was meegekomen, bezat schapen, geiten, runderen en tenten. Beiden bezaten zo veel vee dat er te weinig land was om bij elkaar te blijven wonen. Hierdoor ontstond er ruzie tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee, en ook woonden in die tijd de Kanaänieten en de Perizzieten nog in het land. Daarom zei Abram tegen Lot:
Lees meer ...Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Toen Amrafel koning van Sinear was, Arjoch koning van Ellasar, Kedorlaomer koning van Elam en Tidal koning van Goïm, brak er oorlog uit tussen hen en koning Bera van Sodom, koning Birsa van Gomorra, koning Sinab van Adma, koning Semeber van Seboïm en de koning van Bela, het huidige Soar. De laatsten trokken gezamenlijk op naar de Siddimvallei, nu de Zoutzee. Twaalf jaar waren zij aan Kedorlaomer onderworpen geweest, maar in het dertiende jaar waren ze in opstand gekomen. In het veertiende jaar rukte Kedorlaomer op, samen met de koningen die zijn bondgenoten waren, en zij versloegen de Refaïeten in Asterot-Karnaïm, de Zuzieten in Ham,
Lees meer ...Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Toen Abram hoorde dat zijn neef gevangengenomen was, bracht hij allen op de been die in zijn huis opgegroeid waren en met de wapens konden omgaan – driehonderdachttien in getal – en achtervolgde Kedorlaomer en diens bondgenoten tot aan Dan. ’s Nachts viel hij hen met zijn mannen van verschillende kanten tegelijk aan, versloeg hen en achtervolgde hen tot aan Choba, dat ten noorden van Damascus ligt. Alle buitgemaakte bezittingen heroverde hij. Ook zijn neef Lot wist hij veilig terug te brengen, met al zijn bezittingen, evenals de vrouwen en de andere krijgsgevangenen.
Lees meer ...Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Enige tijd later richtte de HEER zich tot Abram in een visioen: ‘Wees niet bang, Abram: Ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn.’ ‘HEER, mijn God,’ antwoordde Abram, ‘wat voor zin heeft het mij te belonen? Ik zal kinderloos sterven, en alles wat ik bezit zal het eigendom worden van Eliëzer uit Damascus. U hebt mij immers geen nakomelingen gegeven; daarom zal een van mijn dienaren mijn erfgenaam worden.’
Lees meer ...