Page 77 of 323
1 75 76 77 78 79 323

Hooglied 5:1-16

Hij. Meisjes. Hier ben ik in mijn hof, zusje, bruid van mij. Ik pluk mijn mirre en mijn balsem, ik eet mijn honing uit mijn honingraat, ik drink mijn melk en mijn wijn. Eet, vriend en vriendin! Drink, en word dronken van liefde! Ik sliep, maar mijn hart was wakker. Hoor! Mijn lief klopt aan! ‘Doe open, zusje, mijn vriendin, mijn duif, mijn allermooiste. Mijn hoofd is nat van de dauw, mijn lokken vochtig van de nacht.’ ‘Maar ik heb mijn kleed al uitgedaan, moet ik het weer aandoen? En ik heb mijn voeten al gewassen, moet ik ze weer vuil maken?’ Mijn lief stak zijn hand naar binnen, een siddering trok door mij heen – om hem! Toen sprong ik op, ik ging hem opendoen.

0Shares
Lees meer ...

Hooglied 6:1-12

Meisjes. Waar is je lief naartoe gegaan, mooiste van alle vrouwen, waar is je lief naartoe gegaan? Laten we hem samen zoeken. Mijn lief is naar zijn tuin gegaan, naar zijn balsemtuin beneden. Daar wil hij weiden, daar wil hij lelies plukken. Ik ben van mijn lief, en mijn lief is van mij. Hij weidt tussen de lelies. Je bent zo mooi, vriendin van mij, zo bekoorlijk als Tirsa, zo lieflijk als Jeruzalem, zo ontzagwekkend als een vaandelvrouw.

0Shares
Lees meer ...

Hooglied 7:1-14

Meisjes. Hij. Draai rond, meisje uit Sulem, draai rond, draai rond, we willen naar je kijken. Kijk! Zie je dat meisje uit Sulem, zoals ze danst tussen twee reien? Wat zijn je voeten mooi in je sandalen, koningskind! Je heupen draaien sierlijk rond, de schepping van een kunstenaar. Je navel is een ronde kom, die gevuld is met kruidige wijn. Je buik is een bergje tarwe, dat door lelies wordt omzoomd. Je borsten zijn als kalfjes, als de tweeling van een gazelle.

0Shares
Lees meer ...

Hooglied 8:1-14

Was jij maar mijn broertje, dronk jij nog maar aan mijn moeders borst. Als ik je dan vond, daar buiten, dan kuste ik jou, en niemand zou me verachten. Dan nam ik je mee en bracht je in mijn moeders huis. Dat heb ik van haar geleerd. Ik gaf je kruidige wijn te drinken, van het sap van mijn granaatappel. Mijn hoofd rust op zijn linkerarm, met zijn rechterarm omhelst hij mij. Meisjes van Jeruzalem, ik bezweer je: wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 1:1-17 Aanklacht tegen Israël en Jeruzalem 1

Dit zijn de visioenen die Jesaja, de zoon van Amos, over Juda en Jeruzalem gezien heeft, toen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia in Juda regeerden. Hoor toe, hemel, geef gehoor, aarde, de HEER heeft gesproken: Ik heb Mijn kinderen opgevoed en grootgebracht, maar ze zijn tegen Mij in opstand gekomen. Een rund herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak, maar Israël mist elk inzicht, Mijn volk leeft in onwetendheid. Wee dit ontrouwe volk, vol ongerechtigheid, volk van zondaars, verdorven geslacht. Zij hebben de HEER verlaten, de Heilige van Israël versmaad, Hem de rug toegekeerd. Ben je niet genoeg geslagen, verzet je je nog altijd? Heel je hoofd doet pijn, heel je hart is ziek. Van voetzool tot kruin, niets is ongeschonden: een en al wonden en builen en striemen, niet verbonden, niet verzorgd, niet met olie verzacht. Je land is verwoest, je steden zijn verbrand. Vreemden stropen onder je ogen de akkers af, vreemdelingen maken alles tot een woestenij. Wat rest er nog van Sion? Het is als een hut in een wijngaard, een schuilkeet in een komkommerveld, een stad in het nauw. Had de HEER van de hemelse machten ons niet een laatste rest gelaten, het zou ons zijn vergaan als Sodom en Gomorra.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 1:18-31 Aanklacht tegen Israël en Jeruzalem 2

De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol. Als je weer naar Mij wilt luisteren, zal het beste van het land je ten deel vallen. Als je koppig bent en niet wilt luisteren, zul je vallen door het zwaard. De HEER heeft gesproken.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 2:1-9 De dag van de HEER 1

Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen dat hij zag over Juda en Jeruzalem. Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen Zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt Zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER. Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is. Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de HEER.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 2:10-22 De dag van de HEER 2

Verschuil je tussen de rotsen, verberg je onder de grond, vlucht voor de vreselijke macht van de HEER, voor Zijn geduchte majesteit. Wie hoogmoedig was, slaat de ogen neer, wie trots was, buigt het hoofd. Want de dag komt dat alleen de HEER hoog verheven is.  Op die dag zal de HEER van de hemelse machten zich keren tegen ieder die hoogmoedig is en trots, tegen ieder die zich verheven acht – ze worden vernederd! -,

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 3:1-12 Chaos in Jeruzalem en Juda 1

Voorwaar, God, de HEER van de hemelse machten, ontneemt Jeruzalem en Juda hun stut en steun: alle steun van brood en water, van krijgsheld en soldaat, rechter en profeet, waarzegger en oudste, bevelhebber, man van aanzien en raadsheer, tovenaar en bezweerder. Hij stelt kinderen als koning aan, willekeur zal er regeren. De mensen zullen elkaar verdringen, man tegen man, de een tegen de ander; een kind staat op tegen zijn ouders, een nietsnut tegen een man van eer.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 3:13-26 Chaos in Jeruzalem en Juda 2

De HEER bereidt Zijn rechtsgeding voor, Hij staat klaar om over volken vonnis te wijzen. Zo luidt de aanklacht van de HEER tegen de oudsten en de vorsten van Zijn volk: Jullie hebben Mijn wijngaard in brand gestoken en jullie huizen gevuld met wat je de armen ontnam. Hoe durven jullie Mijn volk te vertrappen en de armen zo zwaar te mishandelen? – spreekt God, de HEER van de hemelse machten. Sions vrouwen te schande gezet.

0Shares
Lees meer ...
Page 77 of 323
1 75 76 77 78 79 323