De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, oordeel over de bloedstad, oordeel en laat haar al haar gruweldaden beseffen. Zeg: “Dit zegt God, de HEER: Je bent een stad van bloedvergieten, en daarom is je tijd gekomen! Je bent een stad vol afgodsbeelden en daardoor ben je onrein. Je bent schuldig door al het bloed dat je hebt vergoten, je bent onrein door de afgodsbeelden die je hebt gemaakt. Daarom zijn je dagen geteld en is de grens van je jaren bereikt. Ik zal je uitleveren aan de hoon en spot van alle volken en landen. Dichtbij en ver weg zullen ze zich vrolijk over je maken, want je naam is bezoedeld, en groot is de verwarring binnen je muren.
Lees meer ...Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
‘Mensenkind, het volk van Israël is Mij niet meer waard dan de slakken die overblijven wanneer koper en tin, ijzer en lood samen in een oven worden gesmolten; niets dan schuim is ervan over. Daarom – dit zegt God, de HEER: Omdat jullie nu niet meer dan schuim zijn, breng Ik jullie in Jeruzalem bijeen. Zilver, koper, ijzer, lood, tin: het gaat allemaal de oven in, en het vuur wordt aangeblazen om het te laten smelten. Net zo zal Ik jullie in Mijn hevige woede bijeenbrengen en jullie laten smelten in het vuur; Ik zal jullie in Jeruzalem samenbrengen, Ik zal het vuur van Mijn woede over je heen blazen zodat jullie smelten.
Lees meer ...Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, er waren eens twee vrouwen, dochters van dezelfde moeder. De oudste heette Ohola, haar zuster Oholiba. Al toen ze jong waren, waren ze ontrouw, in Egypte. Daar werden hun borsten betast en lieten ze zich, terwijl ze nog maagd waren, in hun tepels knijpen. Daarna werden ze de mijne, en ze baarden zonen en dochters. (Wat hun namen betreft: Ohola is Samaria en Oholiba is Jeruzalem.) Maar Ohola was Mij ontrouw, ze hunkerde naar haar minnaars, de Assyriërs – strijders die zich kleedden in purper, ruiters te paard, gouverneurs en stadhouders, allemaal aantrekkelijke jongemannen.
Lees meer ...Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
De Babyloniërs kwamen met haar de liefde bedrijven, en maakten haar onrein door haar als hoer te gebruiken. Zo werd ze onrein, en ze kreeg een afkeer van hen. Toen ze zich openlijk als een hoer gedroeg en zich naakt liet zien, kreeg Ik een afkeer van haar, zoals Ik ook van haar zuster een afkeer had gekregen. Ze dacht terug aan de dagen van haar jeugd, toen ze ontrouw was in Egypte, en bedreef nog meer overspel. Ze verlangde terug naar haar minnaars daar, die zo zwaar geschapen zijn als ezels en hun zaad lozen als hengsten. Jij, Oholiba, verviel weer in de schanddaden van je jeugd, toen ze in Egypte in je tepels knepen omdat je jonge borsten had. Daarom – dit zegt God, de HEER:
Lees meer ...Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Je bent de weg van je zuster gegaan; haar beker zal Ik ook jou te drinken geven. Dit zegt God, de HEER: De beker van je zuster zul je drinken, de diepe en wijde beker; een beker vol spot en hoon, tot de rand gevuld. Dronkenschap en droefheid zul je drinken, een beker van ontzetting en verbijstering – dat is de beker van je zuster Samaria. Je zult hem drinken en leegslurpen, je zult op zijn scherven bijten en er je borsten mee openhalen.
Want zo heb Ik gesproken – spreekt God, de HEER. Daarom – dit zegt God, de HEER -, omdat je Mij vergeten bent en Mij de rug hebt toegekeerd, daarom zul je nu de schande van je overspel dragen.’
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Maar rechtvaardige mannen zullen hen vonnissen volgens het recht dat geldt voor echtbreeksters en vrouwen die bloed vergieten, want echtbreeksters zijn het, en er kleeft bloed aan hun handen. Dit zegt God, de HEER:
Lees meer ...Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
In het negende jaar, op de tiende dag van de tiende maand, richtte de HEER zich tot mij: ‘Mensenkind, schrijf op welke dag het is, de precieze datum, want vandaag is het de dag dat de koning van Babylonië het beleg voor Jeruzalem heeft geslagen. Vertel dit opstandige volk een verhaal, zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER: Zet de kookpot op en giet er water in. Vul de pot met vlees, met schenkel en schouderstuk, met de mooiste stukken en de beste bouten. Neem het vetste dier uit de kudde, stapel hout op onder de pot, laat het water koken en zieden, laat de bouten sudderen. Daarom – dit zegt God, de HEER:
Lees meer ...Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
De HEER richtte zich tot mij: ‘Door een plotselinge slag zal Ik het liefste wat je hebt van je wegnemen. Je mag daar niet om rouwen of treuren, en je tranen niet laten vloeien. Klaag in stilte, rouw niet om de dode. Wikkel een tulband om en doe je sandalen aan; bedek je baard niet en eet niet van het brood dat de mensen je brengen.’ Die ochtend sprak ik nog tegen het volk, en ’s avonds stierf mijn vrouw. De volgende morgen deed ik wat mij was opgedragen. Het volk vroeg mij: ‘Wilt u ons uitleggen waarom u zich zo gedraagt, en wat dat voor ons betekent?’ Ik antwoordde:
Lees meer ...Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israël omringen 1
De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, richt je blik op de Ammonieten en profeteer tegen hen. Zeg tegen de Ammonieten: “Luister naar de woorden van God, de HEER! Dit zegt God, de HEER: Jullie hebben je vrolijk gemaakt toen Mijn heiligdom werd ontwijd, toen het land van Israël werd verwoest en het volk van Juda in ballingschap ging. Daarom zal Ik jullie land in eigendom geven aan de stammen uit het oosten.
Lees meer ...Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Israël omringen 2
Net als Ammon zal Ik Moab in eigendom geven aan de stammen uit het oosten. Geen volk zal zich de Ammonieten ooit nog herinneren. Zo zal Ik ook Moab straffen; ze zullen weten dat Ik de HEER ben. Dit zegt God, de HEER: Edom heeft zich op het volk van Juda gewroken en zo een zeer zware schuld op zich geladen. Daarom, zegt God, de HEER, zal Ik Mijn hand tegen Edom opheffen.
Lees meer ...