Toen kwam de derde dienaar, die zei: “Heer, hier is uw geld, ik heb het in een doek voor u bewaard. Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent die terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid.” Zijn meester zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar, met je eigen woorden zal ik je veroordelen!
Lees meer ...Lucas 19:29-40 Intocht in Jeruzalem 1
Toen Hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde Hij twee van de leerlingen vooruit en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?” moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”‘
Lees meer ...Lucas 19:41-48 Intocht in Jeruzalem 2
Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te huilen over het lot van de stad. Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten.
Lees meer ...Lucas 20:1-8 Jezus in de tempel belaagd 1
Op een van de dagen dat Jezus het volk in de tempel onderricht gaf en er het goede nieuws verkondigde, kwamen opeens de hogepriesters en de schriftgeleerden, samen met de oudsten, op Hem af en vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?
Lees meer ...Lucas 20:9-19 Jezus in de tempel belaagd 2
Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers, die het deel van de oogst dat de eigenaar toekwam in ontvangst moest nemen. Maar de wijnbouwers ranselden hem af en stuurden hem met lege handen weg. Daarna stuurde hij een andere knecht. Ook die werd afgeranseld, en nadat ze hem hadden vernederd stuurden ze ook hem met lege handen weg.
Lees meer ...Lucas 20:20-26 Jezus in de tempel belaagd 3
Ze hielden Hem echter in de gaten en stuurden er spionnen op uit die zich als rechtvaardigen moesten voordoen, in de hoop Hem op een onwettige uitspraak te betrappen, zodat ze Hem konden uitleveren aan de overheid, aan het gezag van de prefect. Ze vroegen Hem het volgende:
Lees meer ...Lucas 20:27-40 Onderricht in de tempel 1
Enkele Sadduceeën, die ontkennen dat er een opstanding is, kwamen naar Hem toe en vroegen Hem: ‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: als een gehuwd man sterft zonder dat zijn vrouw kinderen heeft gebaard, moet zijn broer met die vrouw trouwen en nakomelingen verwekken voor zijn broer. Nu waren er zeven broers. De eerste was gehuwd, maar stierf kinderloos; daarna trouwde de tweede broer met de vrouw en vervolgens de derde, en toen de andere broers,
Lees meer ...Lucas 20:41-47-21:1-4 Onderricht in de tempel 2
Hij zei tegen hen: ‘Hoe kan men beweren dat de Messias een zoon van David is? Want David zelf zegt in het boek van de Psalmen: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan Mijn rechterhand, tot Ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.'” David noemt Hem dus Heer, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?’ Terwijl de menigte luisterde, zei Hij tegen Zijn leerlingen:
Lees meer ...Lucas 21:5-19 De komst van de Mensenzoon 1
Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei Hij: ‘Wat jullie hier zien–er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’ Ze stelden Hem toen de vraag: ‘Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we het herkennen?’ Jezus zei: ‘Let op, laat je niet misleiden. Want er zullen velen komen die Mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het, “of: “De tijd is gekomen.” Volg hen niet! Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek.
Lees meer ...Lucas 21:20-28 De komst van de Mensenzoon 2
Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad nabij is. Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, want in die dagen wordt de straf voltrokken, waardoor alles wat geschreven staat in vervulling zal gaan.
Lees meer ...