Jeremia 36:1-12 Jeremia’s boekrol voorgelezen en verbrand 1

In het vierde regeringsjaar van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia, richtte de HEER zich tot Jeremia: ‘Neem een boekrol en schrijf daarin alles wat Ik je gezegd heb over Israël, Juda en de andere volken sinds Ik in de tijd van koning Josia voor het eerst tot je sprak. Misschien laten de Judeeërs tot zich doordringen met wat voor onheil Ik hen wil treffen en breken ze met hun kwalijke praktijken. Dan zal Ik hun wandaden en zonden vergeven.’ Op verzoek van Jeremia schreef Baruch, de zoon van Neria, alle woorden van de HEER die Jeremia hem dicteerde in een boekrol. Jeremia zei tegen hem: ‘Nu men mij belet om in de tempel van de HEER te komen, moet jij ernaartoe gaan.

0Shares
Lees meer ...

Jeremia 36:13-25 Jeremia’s boekrol voorgelezen en verbrand 2

Micha vertelde hun wat hij Baruch in het openbaar uit de boekrol had horen voorlezen. Hierop stuurden de raadsheren Jehudi, de zoon van Netanja, de zoon van Selemja, de zoon van Kusi, naar Baruch, de zoon van Neria, om hem te zeggen dat hij met de rol die hij voorgelezen had, bij de raadsheren moest komen. Baruch kwam met de rol naar hen toe. ‘Neemt u plaats,’ zeiden ze, ‘en lees ons de rol voor.’ Baruch deed wat ze vroegen. Toen ze alles gehoord hadden, keken ze elkaar verbijsterd aan.

0Shares
Lees meer ...

Jeremia 36:26:32 Jeremia’s boekrol voorgelezen en verbrand 3

Hij beval Jerachmeël, een lid van de koninklijke familie, Seraja, de zoon van Azriël, en Selemja, de zoon van Abdiël, om de schrijver Baruch en de profeet Jeremia gevangen te nemen. Maar de HEER gaf hun een schuilplaats. Nadat de koning de rol met alles wat Jeremia aan Baruch had gedicteerd, verbrand had, richtte de HEER zich tot Jeremia: ‘Neem een nieuwe rol en schrijf daarin alles wat in de eerste rol stond, die koning Jojakim van Juda heeft verbrand.

0Shares
Lees meer ...

Jeremia 37:1-10 Jeremia’s gevangenschap 1

Koning Nebukadnessar van Babylonië liet Jechonja, de zoon van Jojakim, als koning van Juda opvolgen door Sedekia, de zoon van Josia. Noch Sedekia, noch zijn hof, noch het volk luisterde naar de woorden van de HEER, die Hij bij monde van de profeet Jeremia sprak. Op een dag stuurde koning Sedekia Juchal, de zoon van Selemja, en de priester Sefanja, de zoon van Maäseja, naar de profeet Jeremia met het verzoek:

0Shares
Lees meer ...

Jeremia 37:11-21 Jeremia’s gevangenschap 2

Toen de farao met zijn leger in aantocht was en de Chaldese troepen van Jeruzalem wegtrokken, probeerde Jeremia de stad ongemerkt, tussen de mensen, te verlaten om naar het gebied van Benjamin te gaan. Maar in de Benjaminpoort werd hij gearresteerd door de officier van de wacht, Jiria, de zoon van Selemja, de zoon van Chananja. ‘U wilt naar de Chaldeeën overlopen,’ zei hij. ‘Dat is niet waar,’ antwoordde Jeremia, ‘ik wil niet overlopen.’ Maar Jiria geloofde hem niet, greep hem vast en bracht hem naar de raadsheren.

0Shares
Lees meer ...