Jesaja 31:1-9 Alleen de HEER beschermt en bevrijdt

Wee hun die naar Egypte gaan om hulp, die hun heil zoeken bij paarden, vertrouwen op een groot aantal wagens en een overmacht aan ruiters. Voor de HEER hebben zij geen oog, de Heilige van Israël zoeken zij niet.  Maar Hij weet wat Hij doet, Hij brengt onheil en neemt Zijn woord niet terug. Hij keert zich tegen dat verdorven volk en tegen hun metgezellen in het kwaad. De Egyptenaren zijn mensen, geen goden, hun paarden zijn vlees, geen geest.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 32:1-10 Vrede waar gerechtigheid heerst 1

Een koning die rechtvaardig regeert en leiders die leiden volgens het recht zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats voor een wolkbreuk, als waterstromen in een dorre streek, als de koele schaduw van een rots in een dorstig, uitgedroogd land. Ogen zullen niet langer blind zijn, oren luisteren weer aandachtig; de onbezonnen geest verwerft kennis en inzicht, de tong van stotteraars spreekt vloeiend en vlot.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 32:11-20 Vrede waar gerechtigheid heerst 2

Beef, jullie zorgelozen, sidder, jullie die vol vertrouwen zijn. Kleed je uit tot op het naakte lijf en trek een rouwkleed aan. Zij slaan zich in wanhoop op de borst, weeklagend om de prachtige akkers, om de vruchtdragende wijnstokken. Dorens en distels overwoekeren het land van Mijn volk, elk huis waar vreugde heerst en elke stad vol feestgedruis.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 33:1-12 Bevrijding van Jeruzalem 1

Wee de verwoester, zelf nooit verwoest, en de verrader, nog nooit verraden. Wanneer er een eind komt aan je verwoesten, dan word je zelf verwoest, en wanneer er een eind komt aan je verraad, dan word je zelf verraden. O HEER, wees ons genadig, op U vestigen wij onze hoop. Wees ons tot steun, iedere dag opnieuw, red ons in tijden van nood. Voor Uw schrikwekkend tumult slaan de volken op de vlucht, wanneer U zich verheft stuiven ze uiteen.

0Shares
Lees meer ...

Jesaja 33:13-24 Bevrijding van Jeruzalem 2

Jullie die ver weg wonen, hoor wat Ik gedaan heb, en jullie dichtbij, erken Mijn kracht. De zondaars in Sion sidderen, de goddelozen worden door angst bevangen: ‘Wie van ons kan wonen in verterend vuur? Wie kan wonen in vuur dat eeuwig brandt?’ Wie rechtvaardig leeft en de waarheid spreekt, wie woekerwinst door afpersing weigert, wie aangeboden steekpenningen afwijst, wie niet wil toehoren als een moord wordt beraamd, wie niet kan aanzien hoe het kwaad geschiedt – hij zal hoog hierboven wonen, veilig in de onneembare rotsburcht; in zijn brood wordt voorzien, aan water is nooit gebrek.

0Shares
Lees meer ...