Schuilen doe ik bij de HEER. Hoe kunnen jullie dan zeggen: ‘Vogel, vlieg weg naar de bergen! Zondaars spannen de boog en leggen hun pijlen al op de pees om de oprechte in het duister te treffen. Wat kan een rechtvaardige anders doen, als de grond onder alles wegzinkt?’
Lees meer ...Psalmen 12:1-9 Voor de koorleider. Op de wijs van De achtste. Een psalm van David
Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid. Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord. HEER, snijd hun valse tongen af, snoer de monden vol grootspraak die zeggen: ‘Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’
Lees meer ...Psalmen 13:1-6 Voor de koorleider. Een psalm van David
Hoe lang nog, HEER, zult U mij vergeten, hoe lang nog verbergt U voor mij Uw gelaat? Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag? Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?
Lees meer ...Psalmen 14:1-7 Voor de koorleider. Van David
Dwazen denken: Er is geen God. Verdorven zijn ze, en gruwelijk hun daden, geen van hen deugt. De HEER kijkt vanuit de hemel naar de mensen om te zien of er één verstandig is, één die God zoekt.
Lees meer ...Psalmen 15:1-5 Een psalm van David
HEER, wie mag gast zijn in Uw tent, wie mag wonen op Uw heilige berg? Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt. Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander niet en drijft niet de spot met zijn naaste.
Lees meer ...Psalmen 16:1-11 Een stil gebed van David
Behoed mij, God, ik schuil bij U. Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer, mijn geluk, niemand gaat U te boven.’ Maar tot de goden in dit land, de machten die ik vereerd heb, zeg ik: ‘Wie u volgt, wacht veel verdriet.’ Ik pleng voor hen geen bloed meer, niet langer ligt hun naam op mijn lippen.
Lees meer ...Psalmen 17:1-15 Een gebed van David
Luister, HEER, ik vraag om recht, luister naar mijn smeken, hoor mijn gebed – geen leugen komt over mijn lippen. Laat van U het oordeel komen, laat Uw oog zien wat juist is. Bezoekt U mij in de nacht en beproeft en peilt U mijn hart, U zult niets in mijn nadeel vinden, geen kwaad kwam uit mijn mond. Hoe de mensen ook leven, ik houd mij aan het woord van Uw lippen. De weg van roof en geweld heb ik altijd gemeden, mijn voeten volgden Uw spoor, mijn stappen wankelden niet.
Lees meer ...Psalmen 18:1-23 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER 1
Hij sprak de woorden van dit lied tot de HEER toen de HEER hem aan de greep van zijn vijanden had ontrukt, ook aan die van Saul. Hij zei: Ik heb U lief, HEER, mijn sterkte, HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God, mijn steenrots, bij U kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht. Ik roep: ‘Geloofd zij de HEER,’ want ik ben van mijn vijanden verlost. Mij omsloten de banden van de dood, de kolkende afgrond joeg mij angst aan, de banden van het dodenrijk omklemden mij, op mijn weg lagen de valstrikken van de dood.
Lees meer ...Psalmen 18:24-51 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER 2
Ik was hem volkomen toegewijd en hoedde mij steeds voor het kwaad, daarom heeft de HEER mijn onschuld beloond, hij zag mijn reine handen. U bent trouw voor de trouwe, volmaakt voor de volmaakte, zuiver voor de zuivere, maar voor de sluwe ongrijpbaar. U bent de redder van het vertrapte volk, wie zich hoog wanen, brengt u ten val. U bent het die mijn lamp doet schijnen, u, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis, met u storm ik af op een legerbende, met mijn God beklim ik de hoogste muur. Gods weg is volmaakt, het woord van de HEER is zuiver, een schild is hij voor allen die bij hem schuilen.
Lees meer ...Psalmen 19:1-15 Voor de koorleider. Een psalm van David
De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van Zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het is een spraak zonder klank. Over heel de aarde gaat hun stem, tot aan het einde van de wereld hun taal. Daar heeft Hij een tent opgeslagen voor de zon: een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat, een held die vrolijk voortrent op zijn weg. Aan het ene einde van de hemel komt hij op, aan het andere einde voltooit hij zijn loop, niets blijft voor zijn gloed verborgen.
Lees meer ...