Psalmen 50:1-23 Een psalm van Asaf

De God der goden, de HEER, gaat spreken en roept de aarde bijeen van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat.  Uit Sion, stad van volmaakte pracht, verschijnt God in stralend licht. Hij komt, onze God, en zal niet zwijgen! Laaiend vuur raast voor Hem uit, rondom Hem wervelt een storm. Hij roept de hemel op, daar boven, en ook de aarde, bij het oordeel over Zijn volk: ‘Breng Mijn getrouwen vóór Mij, die zich met offers aan Mij verbinden.’ De hemel verkondigt Gods gerechtigheid, Hijzelf treedt op als Rechter.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 51:1-21 Voor de koorleider. Een psalm van David, toen de profeet Natan hem had bezocht, nadat hij met Batseba geslapen had

Wees mij genadig, God, in Uw trouw, U bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. Ik ken mijn wandaden, ik ben mij steeds van mijn zonden bewust,  tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in Uw ogen. Laat Uw uitspraak rechtvaardig zijn en Uw oordeel zuiver.  Ik was al schuldig toen ik werd geboren, al zondig toen mijn moeder mij ontving, maar U wilt dat waarheid mij vervult, U leert mij wijsheid, diep in mijn hart.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 52:1-11 Voor de koorleider. Een kunstig lied van David

Toen de Edomiet Doëg naar Saul was gegaan en hem had meegedeeld: ‘David bevindt zich in het huis van Achimelech.’ Wat prijs je het kwade aan, jij held, en smaal je voortdurend op God! Je zint op ongeluk, je tong is het scherpe mes van een bedrieger. Je hebt het kwade lief, meer dan het goede, de leugen meer dan de waarheid. Je houdt van woorden die pijn doen, van een tong die bedriegt.

0Shares
Lees meer ...