Page 2 of 4
1 2 3 4

1 Korintiërs 6:12-20 Misstanden in de gemeente 3

U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen. U zegt: ‘Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel, en God zal aan beide een einde maken.’ Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen: het is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam.

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 7:1-16 De gehuwde en de ongehuwde staat 1

Dan nu de punten waarover u mij geschreven hebt. U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. En een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw. Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden.

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 7:17-28 De gehuwde en de ongehuwde staat 2

In het algemeen: laat ieder in de positie blijven die de Heer hem heeft gegeven, blijven wat hij was toen God hem riep. Dat schrijf ik voor aan alle gemeenten. Iemand die besneden was toen God hem riep, moet het niet ongedaan laten maken. Iemand die onbesneden was toen God hem riep, moet zich niet laten besnijden. Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men de geboden van God in acht neemt.

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 7:29-40 De gehuwde en de ongehuwde staat 3

Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder. Ik zou willen dat u geen zorgen hebt. Een ongetrouwde man draagt zorg voor de zaak van de Heer en wil de Heer behagen.

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 8:1-13 Heidens offervlees

Dan nu over heidens offervlees. Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. Wanneer iemand zich inbeeldt dat hij kennis bezit, is het toch nog niet de ware kennis. Maar wanneer iemand God liefheeft, is hij door God gekend. Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar één God is. Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op aarde – en zo zijn er immers heel wat goden en heren -, wij weten: er is één God, de Vader,

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 9:1-14 De vrijheid van de apostelen 1

Ik zou zelf niet vrij zijn? Ik zou geen apostel zijn? Maar heb ik dan niet Jezus, onze Heer, gezien? Bent u niet het werk dat ik dankzij de Heer tot stand heb gebracht? Ook al erkennen anderen mij niet als apostel, u zou het wel moeten doen, want u bent door uw geloof in de Heer het waarmerk van mijn apostelschap. Ziehier mijn verdediging tegen wie zich een oordeel over mijn apostelschap aanmatigen. Hebben wij geen recht op eten en drinken? Zouden wij niet het recht hebben een gelovige echtgenote op onze reizen mee te nemen, zoals de andere apostelen, de broers van de Heer en Kefas?

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 9:15-27 De vrijheid van de apostelen 2

Maar ik heb van geen van deze rechten ooit gebruik gemaakt, en dat schrijf ik niet om ze nu bij u op te eisen. Ik zou liever sterven. Geen mens zal me deze roem ontnemen. Dat ik verkondig is niet iets om me op te laten voorstaan. Ik kan niet anders, en het zou me slecht vergaan als ik het niet zou doen. Als ik het uit eigen beweging zou doen, zou ik recht op betaling hebben. Maar ik doe het niet uit vrije wil; deze opdracht is mij toevertrouwd. Wat is nu mijn loon? Dat ik het evangelie verkondig zonder er iets voor terug te vragen en dus geen gebruik maak van de rechten die de verkondiging mij geeft. Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen,

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 10:1-13 Israël als voorbeeld 1

Broeders en zusters, ik wil graag dat u weet dat onze voorouders allemaal door de wolk werden beschermd en allemaal door de zee trokken, dat ze zich allemaal in de naam van Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee. En ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank. Ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde – en die rots was Christus. Toch wees God de meesten van hen af, want Hij liet hen bezwijken in de woestijn.

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 10:14-22 Israël als voorbeeld 2

Om deze reden moet u, geliefde broeders en zusters, u verre houden van afgodendienst. Ik spreek tot verstandige mensen, dus u kunt wat ik nu zeg naar waarde schatten. Maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus?

0Shares
Lees meer ...

1 Korintiërs 10:23-33-11:1 Het juiste gebruik van de vrijheid

U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend. Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. U mag alles eten wat er in de vleeshal wordt verkocht; u hoeft niet omwille van uw geweten na te gaan waar het vandaan komt. Immers: ‘Van de Heer is de aarde en haar rijkdom.’ Wanneer een ongelovige u uitnodigt om bij hem te komen eten en u neemt zijn uitnodiging aan,

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 4
1 2 3 4