Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde Hij de volgende gelijkenis. ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar.
Lees meer ...Lucas 18:18-30 De erfgenamen van het koninkrijk van God 2
Een hooggeplaatst persoon vroeg Hem: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, alleen God. U kent de geboden: pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ De man zei: ‘Aan dat alles heb ik me sinds mijn jeugd gehouden.’ Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: ‘Nog één ding ontbreekt u.
Lees meer ...Lucas 18:31-43 Optreden in Jericho 1
Hij nam de twaalf apart en zei tegen hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, en alles wat door de profeten is geschreven zal men de Mensenzoon laten ondergaan. Want Hij zal worden uitgeleverd aan de heidenen en worden bespot en mishandeld en bespuwd. En nadat Hij is gegeseld, zal Hij worden gedood, maar op de derde dag zal Hij opstaan.’ De leerlingen begrepen er niets van.
Lees meer ...Lucas 19:1-10 Optreden in Jericho 2
Jezus ging Jericho in en trok door de stad. Er was daar een man die Zacheüs heette, een rijke hoofdtollenaar. Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam.
Lees meer ...Lucas 19:11-19 De gelijkenis van de koning en de drachmen 1
Aan de mensen die stonden te luisteren, vertelde Hij nog een gelijkenis, aangezien Hij nu dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het koninkrijk van God nu spoedig zou aanbreken. Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen en dan terug te keren. Hij riep tien van zijn dienaren bij zich, gaf elk van hen honderd drachme en zei tegen hen:
Lees meer ...Lucas 19:20-28 De gelijkenis van de koning en de drachmen 2
Toen kwam de derde dienaar, die zei: “Heer, hier is uw geld, ik heb het in een doek voor u bewaard. Ik was bang voor u, omdat u een streng man bent die terugvordert wat hij niet heeft gestort en oogst wat hij niet heeft gezaaid.” Zijn meester zei tegen hem: “Je bent een slechte dienaar, met je eigen woorden zal ik je veroordelen!
Lees meer ...Lucas 19:29-40 Intocht in Jeruzalem 1
Toen Hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde Hij twee van de leerlingen vooruit en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?” moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”‘
Lees meer ...Lucas 19:41-48 Intocht in Jeruzalem 2
Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te huilen over het lot van de stad. Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten.
Lees meer ...Lucas 20:1-8 Jezus in de tempel belaagd 1
Op een van de dagen dat Jezus het volk in de tempel onderricht gaf en er het goede nieuws verkondigde, kwamen opeens de hogepriesters en de schriftgeleerden, samen met de oudsten, op Hem af en vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?
Lees meer ...Lucas 20:9-19 Jezus in de tempel belaagd 2
Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers, die het deel van de oogst dat de eigenaar toekwam in ontvangst moest nemen. Maar de wijnbouwers ranselden hem af en stuurden hem met lege handen weg. Daarna stuurde hij een andere knecht. Ook die werd afgeranseld, en nadat ze hem hadden vernederd stuurden ze ook hem met lege handen weg.
Lees meer ...