Jezus week met Zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde Hem. Ook uit Judea en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar Hem toe, omdat ze hadden gehoord wat Hij allemaal deed. Hij zei tegen Zijn leerlingen dat ze een boot voor Hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat Hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen.
Lees meer ...Marcus 3:20-35 Jezus, de schriftgeleerden en Zijn verwanten
Hij ging terug naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te gaan eten. Toen Zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren. Ook de schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren, zeiden: ‘Hij is bezeten door Beëlzebul, ‘en: ‘Dankzij de vorst der demonen kan Hij demonen uitdrijven.’ Toen Hij hen bij zich geroepen had, sprak Hij tot hen in gelijkenissen: ‘Hoe kan Satan zichzelf uitdrijven? Als een koninkrijk innerlijk verdeeld is, kan dat koninkrijk niet standhouden;
Lees meer ...Marcus 4:1-17 Gelijkenissen over het koninkrijk van God 1
Weer ging Hij naar het meer om de mensen te onderwijzen; er kwam een enorme menigte om Hem heen staan. Daarom ging Hij in de boot op het meer zitten, terwijl de menigte op de oever bleef staan. Hij onderwees hen uitvoerig en sprak hen toe in gelijkenissen. Hij zei: ‘Luister. Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en de vogels kwamen en aten het op. Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen; en toen de zon opkwam verschroeide het jonge groen, en omdat het geen wortel had droogde het uit.
Lees meer ...Marcus 4:18-34 Gelijkenissen over het koninkrijk van God 2
Weer anderen zijn als het zaad dat tussen de distels is gezaaid: ze hebben het woord wel gehoord, maar de zorgen om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom en hun verlangens naar allerlei andere dingen komen ertussen en verstikken het woord, zodat het zonder vrucht blijft. Maar er zijn ook mensen die zijn als het zaad dat op goede grond is gezaaid: zij horen het woord en aanvaarden het en dragen vrucht, sommigen dertigvoudig, anderen zestigvoudig en weer anderen honderdvoudig.’ Tegen de menigte zei Hij: ‘Je steekt toch geen lamp aan om hem onder de korenmaat te laten uitdoven of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard.
Lees meer ...Marcus 4:35-41-5:1-12 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 1
Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ Ze stuurden de menigte weg en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust.
Lees meer ...Marcus 5:13-20 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 2
Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water. De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat ze hadden meegemaakt, en de mensen gingen kijken wat er was gebeurd.
Lees meer ...Marcus 5:21-34 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 3
Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij Hem, en Hij bleef aan het meer. Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan Zijn voeten neer. Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed.
Lees meer ...Marcus 5:35-43-6:1-6 Vijf confrontaties: geloof en ongeloof 4
Nog voor Hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de Meester nog lastig?’ Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ Hij stond niemand toe om met Hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. Hij ging naar binnen en zei tegen hen: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ Ze lachten Hem uit.
Lees meer ...Marcus 6:7-13 Uitzending van de twaalf leerlingen
Hij trok rond langs de dorpen in de omtrek en onderwees de mensen. Hij riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok.
Lees meer ...Marcus 6:14-21 De dood van Johannes 1
Koning Herodes hoorde van Hem, want Zijn naam was overal bekend geworden. Sommigen zeiden: ‘Johannes de Doper is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt Hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ Maar anderen zeiden: ‘Het is Elia,’ en weer anderen zeiden: ‘Hij is een profeet zoals die er vroeger waren.’ Toen Herodes dit allemaal hoorde, zei hij: ‘Het is Johannes, die ik heb onthoofd, die weer is opgestaan.’
Lees meer ...