Page 50 of 323
1 48 49 50 51 52 323

Psalmen 10:1-18

Waarom, HEER, bent U zo ver en verbergt U zich in tijden van nood? In hun hoogmoed vervolgen zondaars de zwakken – maak hen gevangenen van hun eigen plannen! De mens zonder God prijst wat hij najaagt, en als hij rijk is, vervloekt en veracht hij de HEER. Hij denkt in zijn waan: Niemand vraagt mij rekenschap. Er is geen God, maakt hij zich wijs. Het gaat hem goed, wat hij ook onderneemt, maar Uw verheven oordelen raken hem niet. Zijn tegenstanders beticht hij van leugens. Hij denkt bij zichzelf: Ik kom niet ten val, nooit kan het kwaad mij deren.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 12:1-9 Voor de koorleider. Op de wijs van De achtste. Een psalm van David

Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid. Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord. HEER, snijd hun valse tongen af, snoer de monden vol grootspraak die zeggen: ‘Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 17:1-15 Een gebed van David

Luister, HEER, ik vraag om recht, luister naar mijn smeken, hoor mijn gebed – geen leugen komt over mijn lippen. Laat van U het oordeel komen, laat Uw oog zien wat juist is. Bezoekt U mij in de nacht en beproeft en peilt U mijn hart, U zult niets in mijn nadeel vinden, geen kwaad kwam uit mijn mond. Hoe de mensen ook leven, ik houd mij aan het woord van Uw lippen. De weg van roof en geweld heb ik altijd gemeden, mijn voeten volgden Uw spoor, mijn stappen wankelden niet.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 18:1-23 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER 1

Hij sprak de woorden van dit lied tot de HEER toen de HEER hem aan de greep van zijn vijanden had ontrukt, ook aan die van Saul. Hij zei: Ik heb U lief, HEER, mijn sterkte,  HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God, mijn steenrots, bij U kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht. Ik roep: ‘Geloofd zij de HEER,’ want ik ben van mijn vijanden verlost. Mij omsloten de banden van de dood, de kolkende afgrond joeg mij angst aan, de banden van het dodenrijk omklemden mij, op mijn weg lagen de valstrikken van de dood.

0Shares
Lees meer ...

Psalmen 18:24-51 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER 2

Ik was hem volkomen toegewijd en hoedde mij steeds voor het kwaad, daarom heeft de HEER mijn onschuld beloond, hij zag mijn reine handen. U bent trouw voor de trouwe, volmaakt voor de volmaakte, zuiver voor de zuivere, maar voor de sluwe ongrijpbaar. U bent de redder van het vertrapte volk, wie zich hoog wanen, brengt u ten val.  U bent het die mijn lamp doet schijnen, u, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis, met u storm ik af op een legerbende, met mijn God beklim ik de hoogste muur. Gods weg is volmaakt, het woord van de HEER is zuiver, een schild is hij voor allen die bij hem schuilen.

0Shares
Lees meer ...
Page 50 of 323
1 48 49 50 51 52 323