En ook hij krijgt weer een zoon, en deze zoon ziet alle misstappen die zijn vader begaan heeft. Hij ziet ze allemaal, maar volgt ze niet. Aan de offermaaltijden op de bergen neemt hij niet deel, de afgoden van de Israëlieten vereert hij niet en ook maakt hij de vrouw van een ander niet onrein; hij buit niemand uit, hij vraagt geen onderpand wanneer hij iets uitleent en hij besteelt niemand. Hij deelt zijn voedsel met al wie honger heeft, wie naakt is geeft hij kleren, wie misdeeld is doet hij geen kwaad, hij vraagt vooraf geen rente, of toeslag achteraf.
Lees meer ...Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal leven 3
Denken jullie dat Ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de HEER. Nee, Ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft. En wie goed heeft geleefd, maar niet langer rechtvaardig is, onrecht doet en alle wandaden begaat van een slecht mens – moet die in leven blijven? Al zijn goede daden zullen niet langer tellen; omdat hij Mij ontrouw is geworden en zonden heeft begaan, zal hij sterven. Nu zeggen jullie: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten!
Lees meer ...Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Zing nu over de vorsten van Israël dit klaaglied: “Eens was je moeder een krachtige leeuwin! Door leeuwen omringd bracht zij haar welpen groot. Een van haar welpen koos zij uit. Hij werd een sterke leeuw, hij leerde zijn prooi te vangen, ook mensen verslond hij. De volken hoorden over hem en vingen hem in een valkuil; ze voerden hem met haken mee, tot in Egypte. Toen zij zag dat haar wachten vergeefs en haar hopen zinloos was, koos zij een andere van haar welpen uit. Ook hij werd een sterke leeuw.
Lees meer ...Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
In het zevende jaar, op de tiende dag van de vijfde maand, kwam een aantal van de oudsten uit Israël bij mij om de HEER te raadplegen. Toen ze tegenover mij hadden plaatsgenomen, richtte de HEER zich tot mij: ‘Mensenkind, zeg tegen de oudsten van Israël: “Dit zegt God, de HEER: Komen jullie Mij raadplegen? Zo waar Ik leef: Ik zal me beslist niet door jullie laten raadplegen! – spreekt God, de HEER.” Oordeel over hen, mensenkind! Laat hen beseffen welke gruweldaden hun voorouders hebben begaan. Zeg tegen de oudsten: “Dit zegt God, de HEER:
Lees meer ...Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Maar ook in de woestijn was het volk van Israël opstandig. Ze hielden zich niet aan Mijn wetten en negeerden Mijn regels, die leven brengen aan iedereen die zich eraan houdt, en hielden de sabbat niet in ere. Daarom wilde Ik daar in de woestijn Mijn woede over hen uitstorten en hen vernietigen. Ik deed het niet, want Ik wilde Mijn naam niet ontwijden bij de volken die hadden gezien hoe Ik hen had weggeleid. Wel zwoer Ik in de woestijn de eed dat Ik hen niet naar het land zou brengen dat Ik hun geven wilde, een land dat overvloeit van melk en honing, de parel onder de landen van de wereld. Ze leefden immers niet naar Mijn voorschriften,
Lees meer ...Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Met hun eigen offergaven maakte Ik hen onrein, hun eerstgeboren kinderen liet Ik hen offeren, opdat ze in ontzetting zouden beseffen dat Ik de HEER ben.” Spreek daarom opnieuw tegen het volk van Israël, mensenkind, zeg hun: “Dit zegt God, de HEER: Jullie voorouders hebben Mij ook verder nog met hun ontrouw bespot. Ik bracht hen naar het land dat Ik hun onder ede beloofd had, maar bij elke heuvel en bij iedere schaduwrijke boom die ze zagen, offerden ze hun vee en krenkten ze Mij met hun offers. Daar brachten ze hun geurige reukoffers en daar plengden ze hun wijnoffers. Ik vroeg:
Lees meer ...Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ik zal je onder Mijn herdersstaf dwingen en je houden aan de verplichtingen van ons verbond. Wie tegen Mij in opstand komen en rebelleren, zal Ik scheiden van de anderen: Ik zal hen wegleiden uit hun ballingschap, maar niet om hen naar hun eigen land terug te brengen. Jullie zullen weten dat Ik de HEER ben. Luister, volk van Israël! Dit zegt God, de HEER: Loop maar achter je afgoden aan, ga daar rustig mee door als jullie niet naar Mij willen luisteren, maar Mijn heilige naam zullen jullie niet langer met je offers en afgoden ontwijden.
Lees meer ...Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Weer richtte de HEER zich tot mij: ‘Mensenkind, richt je blik naar het zuiden, klaag het aan en profeteer tegen het struikgewas daar. Zeg: “Luister naar de woorden van de HEER! Dit zegt God, de HEER: Ik steek je in brand, en het vuur zal al het levende en dorre hout verteren. De laaiende vlam zal niet doven, alle gezichten, in noord en zuid, zullen erdoor worden verschroeid, en alles wat leeft zal weten dat Ik die vlam heb aangestoken. Het vuur zal niet doven!”’ Ik antwoordde: ‘Ach HEER, mijn God, zullen ze dan niet zeggen: “Hij spreekt in raadselen, die man!”’ De HEER richtte zich tot mij:
Lees meer ...Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Schreeuw het uit, mensenkind, en sla je op je heup, want het zwaard treft Mijn volk, het verwondt Israëls vorsten, Mijn volk wordt door het zwaard geveld. Het volk wordt beproefd, en wat als ook de staf die al het hout veracht er niet meer is? – zo spreekt God, de HEER. Mensenkind, profeteer, sla je handen op elkaar, en laat het zwaard tweemaal, driemaal zijn werk doen. Het is een zwaard dat klieft, dat velen doorboort, dat diep in hen doordringt. De schrik slaat hun om het hart, velen struikelen en vallen! Het zwaard stuur Ik af op hun steden, verwoestend doet het zijn werk.
Lees meer ...Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Dit zegt God, de HEER: Omdat jullie zelf Mij aan je schuld hebben herinnerd, omdat jullie misdaden aan het licht zijn gekomen en al jullie zonden en wandaden zichtbaar zijn, omdat jullie zelf Mij aan je gedrag hebben herinnerd – daarom zullen jullie in handen van de vijand vallen. En wat jou betreft, goddeloze, ontaarde vorst van Israël: voor jou is de dag van de afrekening gekomen. Dit zegt God, de HEER: Weg met je tulband, zet af die kroon! Niets blijft hetzelfde, wat laag is wordt hoog, wat hoog is wordt laag.
Lees meer ...