Page 4 of 5
1 2 3 4 5

Marcus 14:32-42 Nachtwake en arrestatie 1

Ze kwamen bij een olijfgaard die Getsemane heette, en Hij zei tegen Zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl Ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan Hem voorbij mocht gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor U is alles mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Maar laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 14:43-52 Nachtwake en arrestatie 2

Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten was gestuurd. Met hen had Zijn verrader een teken afgesproken. Hij had gezegd: ‘Degene die ik kus, die is het. Neem Hem gevangen en voer Hem weg onder strenge bewaking.’ Toen hij eraan kwam, liep hij recht op Jezus af, zei: ‘Rabbi!’ en kuste Hem.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 14:53-62 Jezus verhoord en verloochend 1

Jezus werd meegevoerd naar het huis van de hogepriester om te worden voorgeleid, en alle hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden kwamen daar bijeen. Petrus volgde Hem op een afstand tot op de binnenplaats van het huis van de hogepriester, waar hij tussen de knechten ging zitten en zich warmde aan het vuur.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 14:63-72 Jezus verhoord en verloochend 2

De hogepriester scheurde Zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat Hij schuldig was en de doodstraf verdiende. Toen begonnen sommigen Hem te bespuwen; ze blinddoekten Hem en sloegen Hem in het gezicht en zeiden tegen Hem: ‘Profeteer nu maar!’, en ook de dienaren onthaalden Hem op vuistslagen.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 15:1-15 Jezus voor Pilatus

‘s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Na Jezus geboeid te hebben, brachten ze Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus. Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de koning van de Joden?’ Hij antwoordde: ‘U zegt het.’ De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen Hem in. Pilatus vroeg Hem toen: ‘Waarom antwoordt U niet? U hoort toch waar ze U allemaal van beschuldigen?’ Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 15:16-32 Kruisiging 1

De soldaten leidden Hem weg, het paleis (dat wil zeggen het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. Ze trokken Hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten Hem die op. Daarna brachten ze Hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!’ Ze sloegen Hem met een rietstok tegen het hoofd en bespuwden Hem, en bogen onderdanig voor Hem. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem het purperen gewaad uit en deden Hem Zijn kleren weer aan.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 15:33-39 Kruisiging 2

Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem:
‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, Hij roept Elia!’ Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we eens kijken of Elia komt om Hem eraf te halen.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 16:1-8 Het lege graf

Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om Hem te balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 16:9-20 Na de opstanding

Toen Hij vroeg op de eerste dag van de week uit de dood was opgestaan, verscheen Hij eerst aan Maria uit Magdala, bij wie Hij zeven demonen had uitgedreven. Ze ging het nieuws vertellen aan de mensen die Hem hadden vergezeld en die nu om Hem treurden en rouwden. Toen ze hoorden dat Hij leefde en dat zij Hem had gezien, geloofden ze het niet. Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de stad aan het wandelen waren. Ze gingen terug en vertelden het aan de anderen; maar ook zij werden niet geloofd.

0Shares
Lees meer ...
Page 4 of 5
1 2 3 4 5