Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen:
‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen treffen zodat U het pesachmaal kunt eten?’ Hij zei: ‘Ga naar de stad en zeg tegen de persoon die jullie bekend is: “De meester zegt: ‘Mijn tijd is nabij, bij jou wil Ik met mijn leerlingen het pesachmaal gebruiken.'”‘
Matteüs 26:31-35 Het pesachmaal 2
Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.” Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’
Lees meer ...Matteüs 26:36-45 In Getsemane 1
Vervolgens ging Jezus met Zijn leerlingen naar een olijfgaard die Getsemane genoemd werd. Hij zei:
‘Blijven jullie hier zitten, Ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee.
Matteüs 26:46-56 In Getsemane 2
Sta op, laten we gaan; kijk, hij die Me uitlevert, is al vlakbij.’ Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus, ‘had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’
Lees meer ...Matteüs 26:57-68 Jezus verhoord en verloochend 1
Zij die Jezus gevangengenomen hadden, leidden Hem voor aan Kajafas, de hogepriester bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren. Petrus volgde Hem op een afstand tot op de binnenplaats van het paleis van de hogepriester; daar ging hij tussen de knechten zitten om te zien hoe het zou aflopen.
Lees meer ...Matteüs 26:69-75 Jezus verhoord en verloochend 2
Petrus zat buiten, op de binnenplaats. Er kwam een dienstmeisje naar hem toe, dat zei: ‘Jij hoorde ook bij die Jezus uit Galilea!’ Maar hij ontkende dat met klem, zodat allen het konden horen: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ Toen hij wilde weggaan naar het poortgebouw, zag een ander meisje hem. Ze zei tegen de omstanders: ‘Die man hoorde bij Jezus van Nazaret!’ En opnieuw ontkende hij en zwoer: ‘Echt, ik ken de man niet!’
Lees meer ...