De hele groep werd met gezin en al geregistreerd, vrouwen, zonen en dochters inbegrepen, want zij waren door het ambt van de Levieten geheiligd. Voor de priesters, de afstammelingen van Aäron, die op de weidegronden bij hun steden woonden, werd de distributie van levensmiddelen onder de mannelijke leden van de priesterfamilies en de geregistreerde Levieten per stad geregeld door speciaal daartoe aangewezen personen.
Op deze manier stelde Jechizkia in heel Juda orde op zaken. Hij deed wat goed en juist is in de ogen van de HEER, zijn God, en bewees Hem trouw. Alles wat hij in zijn streven om God te dienen ondernam ten behoeve van de dienst in de tempel en voor de naleving van Gods wet en geboden, deed hij met volle overgave, en daardoor bracht hij het tot een goed einde.