Page 1 of 3
1 2 3

2 Koningen 6:1-7 De drijvende bijl

Op zekere dag zeiden de leden van de profetengemeenschap tegen Elisa: ‘Het gebouw waarin wij met u wonen is te klein voor ons allen, zoals u ziet. Laten we naar de Jordaan gaan en daar boomstammen halen om een nieuw onderkomen te bouwen.’ ‘Ga je gang,’ zei Elisa. Maar een van de profeten zei: ‘Doet u ons een genoegen, heer, en ga met ons mee.’

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 6:8-14 Elisa’s optreden in de oorlog tegen Aram 1

De koning van Aram voerde oorlog tegen Israël. Telkens als hij in overleg met zijn bevelhebbers besloot om bij een bepaalde plaats zijn kamp op te slaan, liet de godsman Elisa de koning van Israël waarschuwen dat hij uit die buurt moest wegblijven omdat de Arameeërs daar een aanval beraamden. De koning van Israël liet dan de inwoners van de plaats die de godsman had genoemd waarschuwen en zorgde ervoor zelf uit de buurt te blijven.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 6:15-23 Elisa’s optreden in de oorlog tegen Aram 2

Toen de bediende van Elisa de volgende morgen opstond en naar buiten kwam, zag hij dat de stad omsingeld was door een leger met strijdwagens en paarden. ‘Wat moeten we beginnen, heer?’ riep hij uit. Zijn meester antwoordde: ‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ En hij bad: ‘HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 6:24-33 Het beleg van Samaria 1

Enige tijd later riep koning Benhadad van Aram zijn leger onder de wapenen. Hij trok op en belegerde Samaria. Het beleg duurde zo lang dat er in de stad een groot tekort aan voedsel ontstond. Voor een ezelskop betaalde men uiteindelijk tachtig sjekel zilver, en voor een pond duivendrek vijf sjekel. Toen de koning van Israël op een keer over de stadsmuur liep, schreeuwde een vrouw hem toe: ‘Help me toch, mijn heer en koning!’ De koning antwoordde: ‘Als de HEER u niet helpt, hoe zou ik dat dan kunnen? De dorsvloer en de perskuip zijn leeg. Maar wat is er aan de hand?’

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 7:1-9 Het beleg van Samaria 2

‘Luister naar wat de HEER te zeggen heeft,’ antwoordde Elisa. ‘Dit zegt de HEER: Morgen om deze tijd zal een schepel tarwebloem in de stadspoort van Samaria één sjekel kosten, en twee schepel gerst ook één sjekel.’ De adjudant die de koning begeleidde nam het woord en zei: ‘Zelfs al zou de HEER de hemelsluizen openzetten, wat u daar zegt is toch onmogelijk!’ Maar Elisa antwoordde: ‘U zult het met eigen ogen zien, maar u zult niet de kans krijgen ervan te eten.’ Nu waren er bij de stadspoort vier mannen die aan huidvraat leden. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Waarom zouden we hier de dood blijven afwachten? Als we de stad binnengaan, zullen we van honger omkomen. En als we hier blijven zitten, sterven we ook. Laten we overlopen naar de Arameeërs.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 7:10-15 Het beleg van Samaria 3

Ze gingen terug naar de stad, riepen de poortwachter en vertelden: ‘We zijn in het Aramese kamp geweest. Er was daar geen mens te zien of te horen. Wel stonden de paarden en ezels nog vastgebonden, en ook de tenten stonden er nog, met alles erop en eraan.’ De poortwachters sloegen alarm en gaven het bericht door aan het paleis. Hoewel het midden in de nacht was, stond de koning op. Hij zei tegen zijn raadsheren: ‘Ik zal u zeggen wat de Arameeërs van plan zijn. Ze weten dat wij honger lijden.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 7:16-20 Het beleg van Samaria 4

Toen de boden terug waren gekomen en aan de koning verslag hadden uitgebracht, stroomden de mensen de stad uit om het Aramese kamp te plunderen. Een schepel tarwebloem kostte nu nog maar één sjekel, en twee schepel gerst ook, zoals de HEER had voorzegd. De adjudant van de koning, die opdracht had gekregen om toezicht te houden bij de stadspoort, waar de goederen verhandeld werden, werd daar door de menigte vertrapt.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 8:1-6 De vrouw uit Sunem krijgt haar bezittingen terug

Elisa had de vrouw van wie hij het kind weer tot leven had gewekt de volgende raad gegeven: ‘U moet vertrekken en met uw familie tijdelijk ergens anders gaan wonen, waar u maar terecht kunt, want de HEER laat een hongersnood komen die deze streek zeker zeven jaar in zijn greep zal houden.’ De vrouw was vertrokken, zoals de godsman had gezegd, en zij en haar familie hadden zeven jaar als vreemdelingen in het land van de Filistijnen gewoond.

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 8:7-15 Elisa in Damascus

Op een keer kwam Elisa naar Damascus, juist toen koning Benhadad van Aram ziek was. Men vertelde de koning dat de godsman was gekomen, en de koning droeg Hazaël op: ‘Ga de godsman met een geschenk tegemoet, en verzoek hem de HEER te vragen of ik van deze ziekte zal herstellen.’ Met veertig kamelen, beladen met allerlei kostbaarheden uit Damascus, ging Hazaël Elisa tegemoet. Hij maakte bij de godsman zijn opwachting en zei: ‘Koning Benhadad van Aram stuurt me naar u, zijn raadgever, om te vragen of hij van zijn ziekte zal herstellen.’

0Shares
Lees meer ...

2 Koningen 8:16-24 Joram, koning van Juda

Joram, de zoon van Josafat, werd koning van Juda in het vijfde regeringsjaar van koning Joram van Israël, de zoon van Achab, toen Josafat over Juda regeerde. Hij was tweeëndertig jaar oud toen hij koning werd, en regeerde acht jaar in Jeruzalem. Hij volgde het voorbeeld van de koningen van Israël, net zoals het koningshuis van Achab dat deed, aangezien hij met een vrouw uit de familie van Achab getrouwd was.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 3
1 2 3