Heel Juda stond opgesteld voor de HEER, ook de vrouwen en kinderen. In hun midden bevond zich ook Jachaziël, de zoon van Zecharja, die de zoon was van Benaja, de zoon van Jeïel, de zoon van Mattanja, een Leviet uit de familie van Asaf. Hij werd ter plekke gegrepen door de geest van de HEER en zei:
‘Juda en Jeruzalem en u, koning Josafat, luister goed! Dit zegt de HEER:
Jullie hoeven niet bang te zijn voor de grote legermacht die jullie bedreigt, want dit is niet jullie strijd, maar die van God. Ga hun morgen tegemoet. Zij trekken nu over de pas van Sis. Waar de wadi uitkomt in de woestijn van Jeruël, zullen jullie hen treffen. Jullie hoeven in deze strijd geen slag te leveren. Wacht rustig af, dan zullen jullie zien hoe de HEER, die jullie, Juda en Jeruzalem, bijstaat, voor jullie de overwinning behaalt. Jullie hoeven nergens bang voor te zijn. Ga hun morgen tegemoet, de HEER staat jullie bij.’ Josafat boog diep voorover en heel Juda en Jeruzalem knielde neer om de HEER hulde te brengen. En de Levieten uit de familie van Korach, die weer behoorde tot de familie van Kehat, zongen staande met luide stem de lof van de HEER, de God van Israël.
De volgende morgen vroeg gingen ze op weg naar de woestijn van Tekoa. Bij hun vertrek trad Josafat naar voren en sprak hen als volgt toe:
‘Juda en Jeruzalem, luister! Vertrouw op de HEER, uw God, en u zult standhouden, vertrouw op Zijn profeten en uw welslagen is verzekerd.’ In overleg met het volk wees hij zangers aan om de lof van de HEER te zingen. Zij trokken voor de bewapende legermacht uit, de heilige glorie prijzend met de woorden:
‘Loof de HEER, eeuwig duurt Zijn trouw.’ Zodra zij jubelend hun lofzang aanhieven, zorgde de HEER ervoor dat de Ammonieten en Moabieten en de bewoners van het Seïrgebergte, die Juda wilden aanvallen, vanuit verdekte stellingen werden belaagd, en zo werden ze verslagen. De Ammonieten en Moabieten raakten slaags met de bewoners van het Seïrgebergte en doodden hen tot de laatste man. En nadat ze met de bewoners van Seïr hadden afgerekend, stortten ze zich op elkaar.