Salomo liet een bronzen altaar maken van twintig el lang, twintig el breed en tien el hoog. Hij liet ook de Zee maken, een bekken van gegoten brons, vijf el hoog, met een middellijn van tien el en een omtrek van dertig el. Aan de onderkant was het omkranst met een band van tien el lang, die bestond uit twee rijen runderen, en die met het bekken was meegegoten. Het bekken rustte op twaalf runderen: drie met hun kop naar het noorden, drie met hun kop naar het westen, drie met hun kop naar het zuiden en drie met hun kop naar het oosten;
Lees meer ...2 Kronieken 4:11-22-5:1 Bouw en inrichting van de tempel 4
Churam maakte ook nog vuurbekkens, vuurscheppen en offerschalen, en daarmee was het werk dat koning Salomo hem voor de tempel van God had opgedragen voltooid. De twee zuilen met de twee bolvormige kapitelen erop, het vlechtwerk waarmee die kapitelen op de zuilen waren omhuld, de vierhonderd granaatappels die in twee rijen aan het vlechtwerk om de bolvormige kapitelen op elk van de zuilen hingen, de onderstellen met de spoelbekkens erop, de Zee, waarvan er maar één was, met de twaalf runderen eronder, en de vuurbekkens, vuurscheppen, drietandige vorken en alle bijbehorende voorwerpen die meester Churam in opdracht van koning Salomo voor de tempel van de HEER had gemaakt,
Lees meer ...2 Kronieken 5:2-10 De inwijding van de tempel 1
Daarna liet koning Salomo de oudsten van Israël en de stamhoofden, allen die aan het hoofd van een familie stonden, naar Jeruzalem komen om de ark van het verbond met de HEER over te brengen vanuit de Davidsburcht, de bergvesting op de Sion. Alle Israëlieten kwamen voor het feest in de zevende maand naar de koning. Toen alle oudsten van Israël aanwezig waren, namen de Levieten de ark op.
Lees meer ...2 Kronieken 5:11-14 De inwijding van de tempel 2
Op het moment dat de priesters uit het heiligdom naar buiten kwamen – alle priesters hadden zich zonder uitzondering geheiligd, ook zij die volgens het rooster geen dienst hadden, en alle Levitische zangers, te weten Asaf, Heman, Jedutun en hun zonen en broers, gekleed in fijn linnen,
Lees meer ...2 Kronieken 6:1-14 De inwijding van de tempel 3
Toen sprak Salomo: ‘HEER, U hebt gezegd dat U in een donkere wolk wilde wonen. Welnu, ik heb voor U een vorstelijk huis gebouwd, dat voor altijd Uw woning kan zijn.’ Hierna keerde de koning zich om en zegende de gemeenschap van Israël. Toen iedereen was gaan staan, zei hij: ‘Geprezen zij de HEER, de God van Israël, die het niet bij woorden heeft gelaten maar Zijn belofte aan mijn vader David daadwerkelijk is nagekomen. Hij heeft gezegd: “Nooit, vanaf de dag dat Ik Mijn volk uit Egypte heb weggeleid, heb Ik een van de steden van Israëls stammen uitgekozen om er een tempel te laten bouwen waar Mijn naam zou wonen. En nooit heb Ik iemand aangewezen om als vorst over Mijn volk, Israël, te regeren.
Lees meer ...2 Kronieken 6:15-26 De inwijding van de tempel 4
U hebt U gehouden aan wat U Uw dienaar, mijn vader David, hebt beloofd. U hebt het niet bij woorden gelaten, maar U bent vandaag Uw belofte daadwerkelijk nagekomen. Daarom vraag ik U, HEER, God van Israël, of U zich ook wilt blijven houden aan wat U Uw dienaar, mijn vader David, hebt beloofd, namelijk dat U zijn nakomelingen de troon van Israël nooit zult ontzeggen, zolang wij tenminste op het rechte pad blijven door Uw wetten in acht te nemen, zoals ook hij U toegewijd was. Welnu, HEER, God van Israël, moge de belofte die U Uw dienaar David hebt gedaan, bewaarheid worden. Zou God werkelijk bij de mensen op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor U heb gebouwd.
Lees meer ...2 Kronieken 6:27-35 De inwijding van de tempel 5
Aanhoor hen vanuit de hemel en vergeef Uw dienaren, Uw volk Israël, wat ze hebben misdaan. Wijs hun de juiste levensweg en laat het regenen op Uw land, dat U als erfdeel aan Uw volk gegeven hebt. Wanneer er in het land hongersnood of pest uitbreekt, wanneer het gewas wordt getroffen door korenbrand, meeldauw of vraatzuchtige sprinkhanen, wanneer het volk in eigen land door vijanden bedreigd wordt, wanneer er kortom bij enige ramp of ziekte ook maar iemand van Uw volk Israël een smeekgebed tot U richt en zijn handen heft in de richting van deze tempel –
Lees meer ...2 Kronieken 6:36-42 De inwijding van de tempel 6
Wanneer ze tegen U zondigen – er is immers geen mens die niet zondigt – en U hen uit woede uitlevert aan vijanden die hen gevangennemen en meevoeren naar een ander land, hetzij ver weg of dichtbij, en wanneer ze dan in hun ballingsoord tot inkeer komen en zich in dat vreemde land smekend tot U wenden en belijden dat ze hebben gezondigd, dat ze verkeerd hebben gedaan en slecht hebben gehandeld,
Lees meer ...2 Kronieken 7:1-10 De inwijding van de tempel 7
Toen Salomo zijn gebed tot de HEER beëindigd had, daalde er vuur uit de hemel neer, dat het brandoffer en de vredeoffers verteerde. De majesteit van de HEER vulde de tempel. De priesters konden niet naar binnen gaan, want de tempel was gevuld door de majesteit van de HEER. Alle Israëlieten zagen het vuur en de majesteit van de HEER op de tempel neerdalen. Ze knielden op het plaveisel neer, bogen diep voorover en loofden de HEER: ‘Hij is goed, eeuwig duurt Zijn trouw.’ Samen met de Israëlieten droeg de koning offers op aan de HEER. Hij liet tweeëntwintigduizend runderen en honderdtwintigduizend schapen en geiten slachten om samen met het volk de tempel in te wijden.
Lees meer ...2 Kronieken 7:11-22 Belofte aan Salomo
Toen Salomo het werk aan de tempel van de HEER en het koninklijk paleis voltooid had, en alles wat hij zich omtrent de bouw van de tempel en het paleis had voorgenomen geheel volgens plan was uitgevoerd, verscheen de HEER hem in de nacht. Hij zei tegen hem: ‘Ik heb je gebed gehoord. Ik heb deze tempel aanvaard als de plaats waar men Mij offers mag brengen. Wanneer Ik de hemel gesloten houd zodat er geen regen valt, of de sprinkhanen beveel het land kaal te vreten, of pest onder Mijn volk laat uitbreken, en wanneer dan Mijn volk, het volk dat Mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend Mijn aanwezigheid zoekt en terugkeert van zijn dwaalwegen, dan zal Ik het aanhoren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen.
Lees meer ...