Page 8 of 29
1 6 7 8 9 10 29

Leviticus 3:6-17 Brandoffer, graanoffer en vredeoffer 6

Wie een vredeoffer wil aanbieden en daarvoor een schaap of een geit neemt, mag een mannelijk of een vrouwelijk dier nemen, maar het dier dat de HEER wordt aangeboden mag geen enkel gebrek hebben. Wie een schaap als offergave aan de HEER aanbiedt, moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten binnen de omheining van de ontmoetingstent, waarna de zonen van Aäron het bloed tegen de zijkanten van het altaar gieten. De vette delen van het dier moeten als offergave aan de HEER worden aangeboden:

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 4:1-15 Reinigingsoffer en hersteloffer 1

De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Soms zondigt iemand onopzettelijk tegen een van de geboden van de HEER en doet hij onbedoeld iets dat niet toegestaan is. Als de gezalfde priester zo’n misstap begaat en schuld op het hele volk laadt, moet hij als reinigingsoffer een stier zonder enig gebrek aan de HEER aanbieden. Hij moet de stier naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, en daar, ten overstaan van de HEER, zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten. Daarna neemt hij een deel van het bloed van de stier en gaat daarmee de ontmoetingstent binnen. Hij moet zijn vinger in het bloed dopen en het ten overstaan van de HEER zevenmaal in de richting sprenkelen van het voorhangsel dat de heilige ruimte afschermt.

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 4:16-26 Reinigingsoffer en hersteloffer 2

De gezalfde priester gaat vervolgens met een deel van het bloed van de stier de ontmoetingstent binnen. Hij moet zijn vinger in het bloed dopen en het ten overstaan van de HEER zevenmaal in de richting van het voorhangsel sprenkelen. Hij strijkt ook wat bloed aan de horens van het altaar dat in de ontmoetingstent staat, in de nabijheid van de HEER. De rest van het bloed giet hij uit aan de voet van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat. Al het vet moet hij verwijderen en op het altaar verbranden. Hij moet de stier op dezelfde wijze offeren als de stier van zijn eigen reinigingsoffer.

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 4:27-35 Reinigingsoffer en hersteloffer 3

Als iemand anders uit het volk onbedoeld zondigt tegen een van de geboden van de HEER en schuld op zich laadt door iets te doen dat niet toegestaan is, moet hij, zodra hij beseft wat hij misdaan heeft, als reinigingsoffer een geit zonder enig gebrek aanbieden. Hij moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten op de plaats waar de dieren voor het brandoffer geslacht worden. De priester strijkt met zijn vinger wat bloed van het offerdier aan de horens van het brandofferaltaar. De rest van het bloed giet hij uit aan de voet van het altaar.

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 5:1-11 Reinigingsoffer en hersteloffer 4

Wie zondigt doordat hij geen gehoor geeft aan een met een vervloeking bekrachtigde oproep om te getuigen, terwijl hij het misdrijf wel heeft gezien of ervan weet, maakt zich strafbaar. Ook wie vergeet dat hij in aanraking is geweest met iets onreins, zoals het kadaver van een wild of tam dier of het kadaver van een kruipend dier, en daardoor onrein blijft, maakt zich schuldig, net als iemand wie het is ontschoten dat hij in aanraking is geweest met de onreinheid van een mens, van welke aard dan ook, of die vergeet dat hij een onbezonnen eed heeft gezworen, ten goede of ten kwade, of hoe dan ook.

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 5:12-19 Reinigingsoffer en hersteloffer 5

De bloem wordt naar de priester gebracht, en deze neemt een handvol ervan als teken voor de hele offergave en verbrandt dit samen met de andere offergaven voor de HEER op het altaar. Dan is de gave geschikt als reinigingsoffer. Zo voltrekt de priester voor de persoon in kwestie de verzoeningsrite voor wat hij misdaan heeft, en krijgt deze vergeving. Wat overblijft is, net als bij het graanoffer, bestemd voor de priester.”’ De HEER zei tegen Mozes: ‘Wie heiligschennis pleegt door zich onbewust te vergrijpen aan wat de HEER toebehoort,

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 5:20-26 Reinigingsoffer en hersteloffer 6

De HEER zei tegen Mozes: ‘Wie zondigt en een overtreding tegenover de HEER begaat door te ontkennen dat een volksgenoot hem iets in bewaring heeft gegeven of hem iets heeft geleend, terwijl dat wel zo is, of door ten onrechte te ontkennen dat hij iets gestolen heeft, of wie iemand afperst of ten onrechte ontkent dat hij iets heeft gevonden dat een ander verloren heeft,

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 6:1-11 Nadere bepalingen bij de offers 1

De HEER zei tegen Mozes: ‘Geef Aäron en zijn zonen de volgende instructies. Dit zijn de voorschriften voor het brandoffer: Het brandoffer moet de hele nacht op het altaar blijven branden, het vuur op het altaar mag niet doven. Bij het aanbreken van de ochtend moet de priester, gekleed in een linnen gewaad met daaronder een linnen broek die zijn geslachtsdelen bedekt, de as van het brandoffer dat in het vuur verteerd is van het altaar nemen en naast het altaar leggen. Dan moet hij andere kleren aantrekken en de as naar de ashoop buiten het kamp brengen. Het vuur op het altaar moet blijven branden, het mag niet doven.

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 6:12-23 Nadere bepalingen bij de offers 2

De HEER zei tegen Mozes: ‘Dit is de offergave die Aäron en zijn opvolgers vanaf de dag dat ze tot priester gezalfd zijn dagelijks aan de HEER moeten aanbieden: een graanoffer bestaande uit een tiende efa tarwebloem, de helft ’s ochtends en de helft ’s avonds. Nadat de bloem met olijfolie is vermengd, moeten er op de bakplaat broden van worden gebakken. Die broden moeten in stukken worden gebroken en als graanoffer worden aangeboden, als een geurige gave die de HEER behaagt. Alle nakomelingen van Aäron die hem opvolgen, moeten dit offer brengen. Het is voor altijd bestemd voor de HEER; het moet volledig worden verbrand.

0Shares
Lees meer ...

Leviticus 7:1-15 Nadere bepalingen bij de offers 3

Dit zijn de voorschriften voor het hersteloffer: Het is een allerheiligst offer. De dieren voor het hersteloffer moeten worden geslacht op dezelfde plaats als de dieren voor het brandoffer. Het bloed giet de priester tegen de zijkanten van het altaar. Al het vet moet worden geofferd: het vet van de staart en al het vet van de buikholte, de beide nieren met het niervet bij de lendenspieren, en de kleinste lob van de lever, die samen met de nieren moet worden verwijderd. De priester verbrandt dit alles op het altaar als een offergave voor de HEER. Zo is het geschikt als hersteloffer. Alle mannelijke leden van de priesterfamilie mogen ervan eten, op een heilige plaats; het is allerheiligst.

0Shares
Lees meer ...
Page 8 of 29
1 6 7 8 9 10 29