Page 1 of 2
1 2

Numeri 11:26-35 Het volk klaagt 3

Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp. Een jongeman rende naar Mozes toe en zei: ‘Eldad en Medad zijn in het kamp aan het profeteren!’ ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!’ zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes’ rechterhand was geweest. Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belangen moet opkomen?

0Shares
Lees meer ...

Numeri 12:1-16 Mozes’ gezag betwist

Mirjam en Aäron maakten aanmerkingen op Mozes vanwege zijn huwelijk met een Nubische vrouw: ‘Hij is met een Nubische getrouwd!’ Ook zeiden ze: ‘Heeft de HEER soms uitsluitend bij monde van Mozes gesproken en niet ook bij monde van ons?’ De HEER hoorde dit. Nu was Mozes een zeer bescheiden man – niemand op de hele wereld was zo bescheiden als hij. Onmiddellijk gebood de HEER Mozes, Aäron en Mirjam: ‘Ga alle drie naar de ontmoetingstent.’ Dat deden ze. Toen daalde de HEER af in de wolkkolom, ging bij de ingang van de tent staan en riep Aäron en Mirjam. Nadat zij beiden naar voren waren gekomen, zei Hij: ‘Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak Ik Mij in visioenen aan hem bekend en spreek Ik met hem in dromen.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 13:1-24 Verkenning van Kanaän 1

De HEER zei tegen Mozes: ‘Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat Ik de Israëlieten geven zal, te verkennen. Kies daartoe uit elke stam één man, een familiehoofd.’ Mozes deed wat de HEER gebood en stuurde er vanuit de woestijn van Paran mannen op uit, die allen tot de leiders van de Israëlieten behoorden. Dit zijn hun namen: uit de stam Ruben Sammua, de zoon van Zakkur; uit de stam Simeon Safat, de zoon van Chori; uit de stam Juda Kaleb, de zoon van Jefunne; uit de stam Issachar Jigal, de zoon van Josef; uit de stam Efraïm Hosea, de zoon van Nun; uit de stam Benjamin Palti, de zoon van Rafu; uit de stam Zebulon Gaddiël, de zoon van Sodi; van de afstammelingen van Jozef uit de stam Manasse Gaddi,

0Shares
Lees meer ...

Numeri 13:25-33 Verkenning van Kanaän 2

Nadat ze het land veertig dagen lang verkend hadden, keerden ze terug naar Kades in de woestijn van Paran, naar Mozes, Aäron en de andere Israëlieten. Ze brachten aan het hele volk verslag uit en lieten de vruchten uit het land zien. ‘Wij zijn in het land geweest waar u ons naartoe hebt gestuurd,’ vertelden ze aan Mozes. ‘Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er. Maar daar staat tegenover dat de bevolking van dat land sterk is.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 14:1-14 Verkenning van Kanaän 3

Hierop barstte het hele volk in tranen uit, heel de nacht door klonk hun gejammer. Ze begonnen zich allemaal te beklagen. ‘Waren we maar in Egypte gestorven,’ zeiden ze tegen Mozes en Aäron, ‘of hier in de woestijn. Waarom brengt de HEER ons naar dat land? Om door het zwaard geveld te worden, en om onze vrouwen en kinderen te laten buitmaken? We kunnen beter teruggaan naar Egypte.’ En tegen elkaar zeiden ze: ‘Laten we een leider kiezen en teruggaan naar Egypte.’ Toen wierpen Mozes en Aäron zich ter aarde, ten overstaan van de voltallige gemeenschap van Israël. Jozua, de zoon van Nun, en Kaleb, de zoon van Jefunne, twee van degenen die het land verkend hadden, scheurden hun kleren en zeiden tegen de Israëlieten:

0Shares
Lees meer ...

Numeri 14:15-30 Verkenning van Kanaän 4

Als U nu iedereen van dit volk doodt, zullen alle volken die over Uw daden hebben gehoord, zeggen: “De HEER was zeker niet in staat om dat volk naar het land te brengen dat Hij hun onder ede beloofd had. Daarom heeft Hij hen in de woestijn afgeslacht.” Laat daarom zien hoe groot Uw verdraagzaamheid is, Heer. U hebt immers zelf gezegd: “De HEER is geduldig en trouw, schuld en misdaad vergeeft Hij, al laat Hij niet alles ongestraft en al laat Hij voor de schuld van de ouders de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.” Ik smeek U, toon Uw grote trouw en vergeef dit volk zijn schuld, zoals U het steeds vergiffenis hebt geschonken, van Egypte af tot hier toe.’

0Shares
Lees meer ...

Numeri 14:31-45 Verkenning van Kanaän 5

Jullie kinderen, die volgens jullie zouden worden buitgemaakt, zal Ik er wel brengen. Zij zullen het land dat jullie versmaad hebben, leren kennen. Veertig dagen hebben jullie het land verkend, veertig jaar zul je voor je schuld boete doen, één jaar voor elke dag. Dan zul je ondervinden wat het betekent als Ik Mijn handen van je aftrek.” Ik, de HEER, zweer dat Ik zo zal handelen met heel dit verdorven volk, dat tegen Mij heeft samengespannen. Hier in de woestijn zal hun leven een einde nemen, hier zullen ze sterven.’ De mannen die Mozes erop uitgestuurd had om het land te verkennen en die na hun terugkeer het volk tot geklaag hadden aangezet door allerlei ongunstigs over dat land te vertellen,

0Shares
Lees meer ...

Numeri 15:1-16 Regels en voorschriften 1

De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat Ik je zal geven om er te wonen, en jullie brengen de HEER een brandoffer of een vredeoffer van je runderen of van je schapen en geiten, om Hem met die geurige gave te behagen – of je nu een offer brengt ter nakoming van een gelofte of als vrijwillige gave of omdat het een feestdag is -, dan moet degene die de HEER een brandoffer of een vredeoffer brengt daar andere offers aan toevoegen. Bied bij elk schaap een graanoffer aan van een tiende efa tarwebloem vermengd met een kwart hin olijfolie, en een wijnoffer van een kwart hin wijn.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 15:17-31 Regels en voorschriften 2

De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn waar Ik je naartoe breng, en van de opbrengst van de akkers eten, schenk dan een deel ervan aan de HEER. Maak van het eerste deeg een brood en sta dat af, zoals je ook na het dorsen een deel van je graan afstaat. Van je eerste deeg moet je iets afstaan aan de HEER, jullie en alle komende generaties. Het kan zich voordoen dat jullie onopzettelijk verzuimen een van de geboden die de HEER aan Mozes gegeven heeft na te leven – welk van de geboden dan ook die de HEER jullie bij monde van Mozes heeft opgelegd op die eerste dag dat Hij Zijn geboden gaf, of op enig moment daarna.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 15:32-41 Regels en voorschriften 3

Tijdens hun verblijf in de woestijn troffen de Israëlieten eens een man aan die op sabbat hout aan het sprokkelen was. Degenen die hem aangetroffen hadden, brachten hem voor Mozes en Aäron en voor de hele gemeenschap. Hij werd in bewaring gesteld, omdat nog niet was bepaald wat er met zo iemand moest gebeuren. De HEER zei tegen Mozes: ‘Die man moet gedood worden.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 2
1 2