Verder zette men twee gouden ringen aan de andere hoeken van de borsttas, aan de binnenkant, waarmee de tas tegen de priesterschort kwam te hangen. Twee andere gouden ringen bevestigde men aan de schouderstukken van de priesterschort, en wel aan de voorkant, onderaan, dicht bij de plaats waar de schouderstukken vastgezet waren, boven de band. Daarna haalde men een blauwpurperen koord door de ringen van de borsttas en door die van de priesterschort, zodat de tas stevig op de band van de priesterschort vastgebonden kon worden en niet kon verschuiven; zo had de HEER het Mozes opgedragen.
Lees meer ...Exodus 39:32-43 Het werk aan de tabernakel voltooid
Zo werd het werk aan de tabernakel, de ontmoetingstent, voltooid. De Israëlieten hadden alles precies zo gemaakt als de HEER het Mozes had opgedragen. Toen brachten ze de tabernakel naar Mozes: de tent met alle toebehoren, de haken, planken, dwarsbalken, palen en voetstukken, het dekkleed van rood geverfde ramsvellen, het dekkleed van zeekoevellen en het voorhangsel, de ark voor de verbondstekst met de draagbomen en de verzoeningsplaat, de tafel met de bijbehorende voorwerpen en het toonbrood,
Lees meer ...Exodus 40:1-19 De tabernakel opgebouwd en ingericht 1
De HEER zei tegen Mozes: ‘Op de eerste dag van de eerste maand moet je de tabernakel, de ontmoetingstent, opbouwen. Plaats de ark met de verbondstekst erin en scherm die af met het voorhangsel. Zet de tafel erin, met de bijbehorende voorwerpen ordelijk daarop geschikt, en ook de lampenstandaard, waarvan je de lampen moet aansteken. Plaats het gouden reukofferaltaar voor de ark met de verbondstekst en hang het gordijn voor de ingang van de tabernakel. Het brandofferaltaar moet je voor de ingang van de tabernakel, de ontmoetingstent, zetten, en het wasbekken, gevuld met water, tussen de tent en het altaar.
Lees meer ...Exodus 40:20-33 De tabernakel opgebouwd en ingericht 2
Hij legde de verbondstekst in de ark, bevestigde de draagbomen aan de ark en legde de verzoeningsplaat erop. Hij zette de ark in de tabernakel en hing ter afscherming van de ark met de verbondstekst het voorhangsel op, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij zette de tafel aan de noordkant van de tabernakel, de ontmoetingstent, buiten het voorhangsel, en schikte daarop het brood, ten overstaan van de HEER, zoals de HEER hem had opgedragen.
Lees meer ...Exodus 40:34-38 De majesteit van de HEER
Toen werd de ontmoetingstent overdekt door een wolk en werd de tabernakel gevuld door de majesteit van de HEER. Mozes kon de ontmoetingstent niet meer binnengaan,
Lees meer ...Leviticus 1:1-9 Brandoffer, graanoffer en vredeoffer 1
De HEER riep Mozes en zei vanuit de ontmoetingstent tegen hem: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Als iemand van jullie de HEER een offer uit de veestapel wil aanbieden, moet dat een rund, een schaap of een geit zijn. Wie een brandoffer wil aanbieden en daarvoor een rund neemt, moet een mannelijk dier nemen zonder enig gebrek. Hij moet het naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, waar de HEER het zal aanvaarden.
Lees meer ...Leviticus 1:10-17 Brandoffer, graanoffer en vredeoffer 2
Wie een schaap of geit als brandoffer aanbiedt, moet een mannelijk dier nemen zonder enig gebrek. Hij moet het slachten aan de noordkant van het altaar, ten overstaan van de HEER, en de priesters, de zonen van Aäron, moeten het bloed tegen de zijkanten van het altaar gieten. Het dier moet in stukken worden gesneden, en de priester moet de stukken vlees met de kop en het vet op het houtvuur op het altaar leggen.
Lees meer ...Leviticus 2:1-10 Brandoffer, graanoffer en vredeoffer 3
Wanneer iemand een graanoffer aan de HEER aanbiedt, moet hij tarwebloem nemen. Hij moet er olijfolie over gieten en er wierook op leggen. Hij moet het offer naar de priesters, de zonen van Aäron, brengen. De priester neemt een handvol van de bloem en de olie, samen met alle wierook, en verbrandt dit als teken voor de hele offergave op het altaar, als een geurige gave die de HEER behaagt. Wat er van het graanoffer overblijft, is bestemd voor Aäron en zijn zonen; als deel van de offergaven voor de HEER is dat allerheiligst.
Lees meer ...Leviticus 2:11-16 Brandoffer, graanoffer en vredeoffer 4
Geen enkel graanoffer dat de HEER wordt aangeboden, mag gedesemd zijn. Gedesemd brood en vruchtenstroop mogen niet als offergave voor de HEER verbrand worden. Het mag wel bij de opbrengst van de nieuwe oogst aan de HEER worden aangeboden, maar niet als geurige gave op het altaar worden verbrand.
Lees meer ...Leviticus 3:1-5 Brandoffer, graanoffer en vredeoffer 5
Wie een vredeoffer wil aanbieden en daarvoor een rund neemt, mag een koe of een stier nemen, maar het dier dat de HEER wordt aangeboden mag geen enkel gebrek hebben. Degene die het offer aanbiedt, moet zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten binnen de omheining van de ontmoetingstent,
Lees meer ...