Anderen schonken de HEER zilver of koper, en weer anderen brachten het acaciahout dat ze hadden en dat voor tal van voorwerpen nodig was. Vrouwen die de kunst van het spinnen verstonden, sponnen eigenhandig blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en fijn linnen garen en stonden dat af. Andere vrouwen, die dat graag deden en er bedreven in waren, sponnen geitenhaar. De leiders van Israël brachten de onyxstenen voor de priesterschort en de edelstenen voor de borsttas,
Lees meer ...Exodus 36:1-7 Bijdragen van het volk; de vaklieden 3
Besaleël en Oholiab moeten alle voorwerpen voor de dienst in het heiligdom maken, precies zoals de HEER het heeft opgedragen. Allen die hun vak verstaan en aan wie de HEER de wijsheid en het inzicht geschonken heeft die hiervoor nodig zijn, moeten hen helpen.’ Hierop riep Mozes Besaleël en Oholiab bij zich, en alle vaklieden aan wie de HEER wijsheid geschonken had en die graag bereid waren het werk ter hand te nemen.
Lees meer ...Exodus 36:8-26 Het maken van de tabernakel 1
De vaklieden die bij de uitvoering van het werk betrokken waren, maakten van tien geweven banen de tabernakel. Ze weefden de banen op vakkundige wijze van getwijnd linnen garen en van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, met een patroon van cherubs. Alle banen hadden dezelfde afmetingen: de lengte van iedere baan was achtentwintig el, de breedte vier el. Vijf aan vijf werden ze aan elkaar gezet. Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die zo ontstonden, werden lussen van blauwpurperen wol gezet: vijftig lussen aan elk van beide kleden, zo dat ze precies tegenover elkaar kwamen te zitten.
Lees meer ...Exodus 36:27-38 Het maken van de tabernakel 2
Voor de achterwand van de tabernakel, aan de westkant, maakte men zes planken. Voor de hoeken van de achterwand werden twee extra planken gemaakt. Op de beide hoeken sloten de planken van onderen precies op elkaar aan en tot bovenaan, bij de ring, liepen ze volkomen gelijk. Bij elkaar dus acht planken, met daaronder zestien zilveren voetstukken, telkens twee per plank. Ook werden er dwarsbalken van acaciahout gemaakt: vijf voor de ene zijwand van de tabernakel,
Lees meer ...Exodus 37:1-16 Het maken van de tabernakel 3
Besaleël maakte de ark van acaciahout, tweeëneenhalve el lang, anderhalve el breed en anderhalve el hoog. Hij overtrok hem met zuiver goud, zowel vanbinnen als vanbuiten; aan de bovenkant bracht hij rondom een gouden sierlijst aan. Hij goot vier gouden ringen, die hij aan de vier poten bevestigde: twee ringen aan elke kant van de ark. Hij maakte draagbomen van acaciahout, verguldde ze en stak ze door de ringen aan weerszijden, zodat de ark gedragen kon worden.
Lees meer ...Exodus 37:17-29 Het maken van de tabernakel 4
Men maakte de lampenstandaard van zuiver goud. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen waren uit één stuk gedreven. De schacht had zes zijarmen: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant. Deze armen werden versierd met amandelbloesem; op elk ervan werden drie kelken aangebracht met een knop en bloemblaadjes, telkens op dezelfde manier. Ook de schacht werd met amandelbloesem versierd: vier kelken, elk met een knop en bloemblaadjes.
Lees meer ...Exodus 38:1-8 Het maken van de tabernakel 5
Men maakte het brandofferaltaar van acaciahout. Het was vierkant, vijf el lang en vijf el breed, en drie el hoog. Op de vier hoeken van het altaar maakte men horens, die er één geheel mee vormden, en het werd met brons bekleed. Alle bijbehorende voorwerpen werden van koper gemaakt: de potten, de scheppen, offerschalen, vorken en vuurbakken.
Lees meer ...Exodus 38:9-20 Het maken van de tabernakel 6
De ruimte rond de tabernakel werd afgeschermd. Aan de zuidkant kwamen over een lengte van honderd el doeken van getwijnd linnen, en twintig bijbehorende palen op twintig bronzen voetstukken, met krammen en dwarsstangen van zilver. Evenzo aan de noordkant: honderd el doeken en twintig bijbehorende palen op twintig bronzen voetstukken, met verzilverde krammen en dwarsstangen. Aan de westkant: vijftig el doeken en tien palen op tien voetstukken, met verzilverde krammen en dwarsstangen.
Lees meer ...Exodus 38:21-31 Berekening van het materiaal
Hier volgt een berekening van de hoeveelheden materiaal die voor de tabernakel gebruikt werden, voor de tent waarin de verbondstekst bewaard werd. Deze berekening werd in opdracht van Mozes door de Levieten gemaakt, onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron. Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, had alles uitgevoerd zoals de HEER het aan Mozes had opgedragen. Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, een bekwaam vakman, had hem ter zijde gestaan; hij kon weven en borduren met blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen.
Lees meer ...Exodus 39:1-14 De priesterkleding 1
Van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol maakte men ook de ambtsgewaden voor de dienst in het heiligdom. Men maakte de heilige kleding voor Aäron zoals de HEER het aan Mozes had opgedragen. De priesterschort maakte men van gouddraad, blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. Uit geplet goud werden draden gesneden, die met de blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en het linnen garen verweven werden. De beide delen van de schort werden met elkaar verbonden door middel van schouderstukken.
Lees meer ...