Maak een tafel van acaciahout, twee el lang, één el breed en anderhalve el hoog. Overtrek hem met zuiver goud en breng rondom een gouden sierlijst aan: een rand van een hand breed, in een gouden lijst gevat.
Lees meer ...Exodus 25:31-40 De lampenstandaard
Maak een lampenstandaard van zuiver goud. De voet, de schacht, de kelken, knoppen en bloemen moeten uit één stuk worden gedreven. De schacht moet zes zijarmen hebben: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant. Deze armen moeten versierd worden met amandelbloesem; breng op elke arm drie kelken aan met een knop en bloemblaadjes, telkens op dezelfde manier.
Lees meer ...Exodus 26:1-19 De tabernakel 1
De tabernakel moet je maken van tien geweven banen. Deze moeten vakkundig worden geweven van getwijnd linnen garen en van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, met een patroon van cherubs. Alle banen moeten dezelfde afmetingen hebben: de lengte van iedere baan moet achtentwintig el zijn, de breedte vier el. Zet vijf van deze banen aan elkaar, en doe hetzelfde met de andere vijf. Aan de laatste baan van elk van de twee kleden die je zo krijgt, moet je lussen van blauwpurperen wol zetten: vijftig lussen aan elk van beide kleden, zo dat ze precies tegenover elkaar komen te zitten. Maak vijftig gouden haken en bevestig de kleden met deze haken aan elkaar, zodat de tabernakel één geheel is.
Lees meer ...Exodus 26:20-37 De tabernakel 2
Voor de andere zijde van de tabernakel, aan de noordkant, eveneens twintig planken met daaronder veertig zilveren voetstukken, telkens twee per plank. Voor de achterwand van de tabernakel, aan de westkant, maak je zes planken. Voor de hoeken van de achterwand moet je twee extra planken maken. Op de beide hoeken moeten de planken van onderen precies op elkaar aansluiten en tot bovenaan, bij de ring, moeten ze volkomen gelijklopen. Bij elkaar dus acht planken, met daaronder zestien zilveren voetstukken, telkens twee per plank. Maak dwarsbalken van acaciahout: vijf voor de ene zijwand van de tabernakel, vijf voor de andere zijwand en vijf voor de achterwand aan de westkant.
Lees meer ...Exodus 27:1-8 Het brandofferaltaar
Maak een altaar van acaciahout. Het moet vierkant zijn, vijf el lang en vijf el breed, en drie el hoog. Op de vier hoeken moet het horens hebben, die er één geheel mee vormen. Bekleed het met brons. Alle bijbehorende voorwerpen moet je van koper maken: de potten voor het wegruimen van de as, de scheppen, offerschalen, vorken en vuurbakken.
Lees meer ...Exodus 27:9-19 De ruimte rond de tabernakel
De ruimte rond de tabernakel moet worden afgeschermd. Aan de zuidkant moeten over een lengte van honderd el doeken van getwijnd linnen komen, en twintig bijbehorende palen op twintig bronzen voetstukken, met krammen en dwarsstangen van zilver. Evenzo aan de noordkant: doeken over een lengte van honderd el en twintig bijbehorende palen op twintig bronzen voetstukken, met krammen en dwarsstangen van zilver.
Lees meer ...Exodus 27:20-21 De lampolie
Draag de Israëlieten op om je voor de verlichting zuivere olijfolie te brengen: er moeten in de ontmoetingstent, buiten het voorhangsel dat de ark met de verbondstekst afschermt, altijd lampen branden.
Lees meer ...Exodus 28:1-14 De priesterkleding 1
Laat je broer Aäron en zijn zonen Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar bij je komen. Hen heb Ik uit de Israëlieten uitgekozen om Mij als priester te dienen. Laat voor je broer Aäron heilige kleding maken, die hem waardigheid en aanzien verleent. Jij moet aanwijzingen geven aan allen die hun vak verstaan, aan wie Ik vakmanschap heb geschonken, en zij moeten dan de kleding voor Aäron maken, zodat hij kan worden gewijd en Mij als priester kan dienen. Ze moeten de volgende kledingstukken maken: een borsttas, een priesterschort, een bovenkleed, een stevig geweven tuniek, een tulband en een gordel.
Lees meer ...Exodus 28:15-30 De priesterkleding 2
Maak een borsttas voor de orakelstenen. Deze moet even vakkundig geweven worden als de priesterschort, van gouddraad, blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. Dubbelgeslagen moet het weefsel vierkant zijn, een span lang en een span breed. Zet er vier rijen stenen op: de eerste rij wordt gevormd door een robijn, een topaas en een smaragd; de tweede rij door een granaat, een saffier en een aquamarijn; de derde door een barnsteen, een agaat en een amethist, en de vierde door een turkoois, een onyx en een jaspis, allemaal in gouden kassen gevat. Er moeten twaalf stenen zijn, zoals er twaalf namen zijn van Israëls zonen:
Lees meer ...Exodus 28:31-43 De priesterkleding 3
Het bovenkleed dat bij de priesterschort hoort, moet in zijn geheel van blauwpurperen wol gemaakt worden. De halsopening komt in het midden en wordt afgezet met een rand die net zo geweven is als die van een wapenrok, om inscheuren te voorkomen. Op de hele zoom moet je granaatappels van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol aanbrengen met gouden belletjes ertussen, steeds om en om een gouden belletje en een granaatappel. Aäron moet dit bovenkleed dragen wanneer hij dienst doet. Wanneer hij het heiligdom binnengaat om voor de HEER te verschijnen en wanneer hij weer naar buiten komt,
Lees meer ...