Page 28 of 29
1 26 27 28 29

Deuteronomium 10:12-22 Gehoorzaamheid leidt tot voorspoed 1

Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient en Zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan. De HEER, die vrij kan beschikken over de hoogste hemel en over de aarde en alles wat daarop leeft, heeft toch alleen voor úw voorouders liefde opgevat en uit alle volken juist u, hun nazaten, uitgekozen!

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 11:1-15 Gehoorzaamheid leidt tot voorspoed 2

Heb daarom de HEER, uw God, lief en houd u aan uw verplichtingen tegenover Hem. Leef Zijn wetten, regels en geboden elke dag na. Wees u ervan bewust dat uw kinderen geen getuige zijn geweest van de opvoeding die de HEER u gaf, en niet met eigen ogen Zijn grootheid hebben gezien, Zijn sterke hand en opgeheven arm. Wat weten zij van de wonderen en daden die Hij in Egypte verrichtte, ten koste van de farao en zijn hele volk? Of van wat Hij met het leger van Egypte en al zijn paarden en wagens heeft gedaan, hoe Hij ze liet verdwijnen in het water van de Rietzee toen ze u achtervolgden, waarmee Hij hun macht heeft gebroken tot op de dag van vandaag? Uw kinderen weten toch niet wat Hij in de woestijn voor u heeft gedaan voordat u hier aankwam?

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 11:16-32 Gehoorzaamheid leidt tot voorspoed 3

Maar pas op: laat u er niet toe verleiden een dwaalspoor te volgen, voor andere goden neer te knielen en ze te vereren. Want dan roept u de woede van de HEER over u af en zal Hij de hemel sluiten. Er zal geen regen meer vallen en de hele oogst zal mislukken, en spoedig zult u verdwenen zijn uit het goede land dat de HEER u zal geven. Houd mijn woorden dus in gedachten, maak ze u eigen, draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad. Dan zullen u en uw kinderen lang mogen wonen in het land dat de HEER uw voorouders onder ede heeft beloofd, zolang de hemel boven de aarde staat.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 12:1-12 Eén plaats om te offeren 1

Dit zijn de wetten en regels waaraan u zich moet houden zolang u leeft in het land dat de HEER, de God van uw voorouders, u in bezit geeft. De volken die u zult verdrijven, vereren hun goden op heuveltoppen en hoge bergen en onder bladerrijke bomen. U moet hun gewijde plaatsen met de grond gelijk maken, hun altaren slopen en hun gewijde stenen verbrijzelen; hun Asjerapalen moet u verbranden en hun godenbeelden in stukken hakken. Er mag niets overblijven dat aan die goden herinnert. Het is u verboden om de HEER, uw God, op allerlei plaatsen te vereren. U mag u daarvoor alleen naar de plaats begeven die Hij in een van uw stamgebieden zal kiezen om er Zijn naam te laten wonen.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 12:13-19 Eén plaats om te offeren 2

Denk erom dat u geen brandoffers brengt op een willekeurige plaats. Alleen op de plaats die de HEER in een van uw stamgebieden kiest mag u offers brengen en aan uw andere verplichtingen voldoen. Maar verder mag u, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zal zegenen, dieren slachten en vlees eten wanneer u maar wilt, overal waar u woont. Iedereen mag dat, rein of onrein, zoals dat ook geldt voor het eten van gazellen of herten.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 12:20-28 Eén plaats om te offeren 3

Wanneer de HEER, uw God, u de beschikking heeft gegeven over het hele gebied dat Hij u beloofd heeft, ligt de plaats die Hij zal kiezen om er Zijn naam te laten wonen misschien te ver weg. In dat geval kunt u, als u zomaar eens vlees wilt eten, dat toch met een gerust hart doen. U mag runderen, schapen of geiten die u van de HEER hebt gekregen, slachten zoals ik u heb voorgeschreven, en het vlees eten wanneer u wilt, overal waar u woont. Net zoals u gazellen of herten vrijuit mag eten, mag dat ook met zulk vlees,

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 13:1-12 Tegen verleiding tot afgodendienst 2

U daarentegen moet alles wat ik u gebied strikt naleven; voeg er niets aan toe en doe er ook niets van af. Wanneer een profeet of een droomuitlegger uit uw midden een teken of een wonder voorspelt, dat vervolgens uitkomt, en hij verbindt daaraan een oproep om andere, u onbekende goden te volgen en te dienen – luister dan niet naar wat hij zegt. Want de HEER, uw God, wil u daarmee op de proef stellen, om te ontdekken of u Hem wel met hart en ziel liefhebt. Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef Zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 13:13-19 Tegen verleiding tot afgodendienst 3

Wanneer in een van de steden die u van de HEER, uw God, krijgt om u daar te vestigen, het gerucht de ronde doet  dat er onder uw volk nietswaardige figuren zijn opgestaan die de andere inwoners van hun stad tot ontrouw hebben aangezet en hen naar andere goden hebben laten overlopen – goden die u onbekend zijn -,  dan moet u navraag doen, een onderzoek instellen en de zaak tot op de bodem uitzoeken.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 14:1-21 Verboden rouwgebruiken; over reine en onreine dieren

Omdat u kinderen van de HEER, uw God, bent is het u niet geoorloofd als teken van rouw uw lichaam te kerven of het haar op uw voorhoofd weg te scheren. Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd: u heeft Hij uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, Zijn kostbaar bezit te zijn. U mag niets eten dat door de HEER wordt verafschuwd. De volgende dieren mag u eten: runderen, schapen, geiten, herten, gazellen, reeën, steenbokken, spiesbokken, antilopen, wilde schapen, en alle andere dieren die gespleten hoeven hebben – dus hoeven die helemaal gedeeld zijn – en bovendien hun voedsel herkauwen. Dat zijn de dieren die u wel mag eten.

0Shares
Lees meer ...
Page 28 of 29
1 26 27 28 29