Page 2 of 2
1 2

Numeri 16:1-13 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 1

De Leviet Korach, de zoon van Jishar, de zoon van Kehat, en de Rubenieten Datan en Abiram, de zonen van Eliab, en On, de zoon van Pelet, kwamen tegen Mozes in opstand. Ze werden gesteund door tweehonderdvijftig leiders van de Israëlieten, achtenswaardige mannen, de aanzienlijkste van de gemeenschap. Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: ‘U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap van de HEER verheven?’ Bij het horen van deze woorden wierp Mozes zich ter aarde. Daarna zei hij tegen Korach en zijn aanhang: ‘Morgen zal de HEER bekendmaken wie Hem toebehoort, wie heilig is en in Zijn nabijheid mag verkeren.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 16:14-26 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 2

U hebt ons bepaald niet naar een land gebracht dat overvloeit van melk en honing, en ons ook geen akkers en wijngaarden gegeven. Denkt u dat u mannen als wij een rad voor ogen kunt draaien? We komen niet.’ Toen werd Mozes woedend. ‘Schenk geen aandacht aan hun offer,’ zei hij tegen de HEER. ‘Niemand van hen heb ik ook maar een ezel afgenomen, niemand van hen heb ik kwaad gedaan.’ Tegen Korach zei Mozes: ‘Morgen moeten u en al uw aanhangers voor de HEER verschijnen – u en zij, en Aäron. Iedereen moet dan een vuurbak nemen en er reukwerk in leggen,

0Shares
Lees meer ...

Numeri 16:27-35 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 3

Iedereen ging bij de tenten van Korach, Datan en Abiram weg. Datan en Abiram kwamen naar buiten en bleven bij de ingang van hun tent staan, samen met hun vrouwen en kinderen. Mozes zei: ‘Nu zult u inzien dat het de HEER is die mij gezonden heeft om alles te doen wat ik heb gedaan, en dat het niet uit mijzelf is voortgekomen. Sterven deze mensen op de manier waarop iedereen sterft, treft hen hetzelfde lot als ieder ander, dan heeft de HEER mij niet gezonden.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 17:1-15 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 4

De HEER zei tegen Mozes: ‘Beveel Eleazar, de zoon van de priester Aäron, de vuurbakken uit de as te halen, en gooi de gloeiende kolen eruit, ver weg, want ze zijn heilig. De vuurbakken van de mannen die hun zonde met de dood hebben moeten bekopen zijn de HEER aangeboden, en daarom zijn ze heilig. Sla er platen van en bekleed daarmee het altaar. Zo zullen ze de Israëlieten als waarschuwing dienen.’ De priester Eleazar pakte de bronzen vuurbakken waarmee door hen die door de vlam gedood waren een offer was gebracht; ze werden geplet en met de platen werd het altaar bekleed; zo had de HEER het bij monde van Mozes aan Eleazar opgedragen.

0Shares
Lees meer ...

Numeri 17:16-28 Het gezag van Mozes en Aäron betwist 5

De HEER zei tegen Mozes: ‘Vraag aan het hoofd van elk van de Israëlitische stammen om je een staf te geven, twaalf staven bij elkaar: voor elk stamhoofd moet er een staf zijn. Schrijf ieders naam op zijn staf. Op die van Levi moet je Aärons naam schrijven. Leg alle staven in de ontmoetingstent, voor de verbondstekst, waar Ik altijd bij jullie kom. De staf van de man die Ik uitkies, zal gaan bloeien. Zo zal Ik dat voortdurende geklaag van de Israëlieten tegen jullie doen verstommen.’

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 2
1 2