Jetro, Mozes’ schoonvader, die priester was in Midjan, hoorde wat God allemaal voor Mozes en voor Israël had gedaan, hoe de HEER Zijn volk uit Egypte had weggeleid. Daarom ging Jetro naar Mozes op weg. Hij nam Mozes’ vrouw Sippora met zich mee – zij was door Mozes teruggestuurd – en ook haar twee zonen. De een heette Gersom, ‘want,’ had Mozes gezegd, ‘ik ben een vreemdeling geworden, ik woon in een land dat ik niet ken.’ De ander heette Eliëzer, ‘want,’ had Mozes gezegd, ‘de God van mijn vader is mij te hulp gekomen, Hij heeft mij aan het zwaard van de farao laten ontkomen.’
Lees meer ...Exodus 18:13-27 Jetro geeft Mozes raad 2
De volgende dag sprak Mozes recht over het volk. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stonden de mensen om hem heen. Toen zijn schoonvader zag hoezeer hij door hen in beslag werd genomen, vroeg hij: ‘Waarom moet jij steeds voor iedereen klaarstaan? Waarom houd jij als enige zitting, terwijl de mensen zich van ’s ochtends tot ’s avonds om je verdringen?’ Mozes antwoordde zijn schoonvader: ‘Omdat het volk bij mij komt om God te raadplegen. Als ze een geschil hebben, wordt dat aan mij voorgelegd, en dan beslis ik wie er in zijn recht staat en vertel ik hun hoe Gods wetten en voorschriften luiden.’ ‘Het is niet verstandig wat je doet,’ zei zijn schoonvader, ‘je zult er nog onder bezwijken, en de mensen die bij je komen ook.
Lees meer ...Exodus 19:1-13 Verschijning van de HEER op de Sinai; de tien geboden 1
In de derde maand, op precies dezelfde dag dat ze uit Egypte waren weggetrokken, kwamen de Israëlieten in de Sinaiwoestijn. Ze waren vanuit Refidim verder getrokken en in de Sinaiwoestijn gekomen. Daar sloegen de Israëlieten hun kamp op, vlak bij de berg. Mozes ging de berg op, naar God. De HEER riep hem vanaf de berg toe: ‘Zeg tegen het volk van Jakob, laat de kinderen van Israël weten: “Jullie hebben gezien hoe Ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe Ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij Mij heb gebracht. Als je Mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met Mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor Mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort Mij toe.
Lees meer ...Exodus 19:14-25 Verschijning van de HEER op de Sinai; de tien geboden 2
Weer ging Mozes naar beneden, naar het volk. Hij droeg hun op zich te heiligen en hun kleren te wassen. ‘Zorg ervoor dat u overmorgen gereed bent,’ zei hij, ‘en dat u in de tussentijd geen gemeenschap hebt met een vrouw.’ Op de derde dag, bij het aanbreken van de morgen, begon het te donderen en te bliksemen, er hing een dreigende wolk boven de berg, en zeer luid weerklonk het geschal van een ramshoorn. Iedereen in het kamp beefde. Mozes leidde het volk het kamp uit, God tegemoet. Aan de voet van de berg bleven ze staan.
Lees meer ...Exodus 20:1-17 Verschijning van de HEER op de Sinai; de tien geboden 3
Toen sprak God deze woorden: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast Mij geen andere goden. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor de schuld van de ouders laat Ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze Mij haten; maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik hun Mijn liefde tot in het duizendste geslacht.
Lees meer ...Exodus 20:18-21 Verschijning van de HEER op de Sinai; de tien geboden 4
Heel het volk was getuige van de donderslagen en lichtflitsen, het schallen van de ramshoorn en de rook die uit de berg kwam. Bij die aanblik deinsden ze achteruit, en ze bleven op grote afstand staan.
Lees meer ...Exodus 20:22-26 Regels en wetten 1
De HEER droeg Mozes op het volgende tegen de Israëlieten te zeggen: ‘Jullie zijn er getuige van geweest dat Ik vanuit de hemel tot jullie heb gesproken. Je mag daarom geen goden van zilver of goud maken om die naast Mij te vereren.
Lees meer ...Exodus 21:1-15 Regels en wetten 2
‘Houd hun ook deze regels voor: Wanneer je een Hebreeuwse slaaf koopt, moet hij je zes jaar lang dienen; in het zevende jaar mag hij als vrij man vertrekken, zonder iets te hoeven betalen. Als hij alleen is gekomen, moet hij ook alleen weggaan; was hij getrouwd, dan mag zijn vrouw met hem meegaan. Als zijn meester hem een vrouw heeft gegeven en zij heeft hem zonen of dochters gebaard, blijven de vrouw en haar kinderen eigendom van de meester en moet de slaaf alleen weggaan. Mocht hij echter te kennen geven dat hij zo aan zijn meester en aan zijn vrouw en kinderen gehecht is dat hij niet als vrij man wil vertrekken,
Lees meer ...Exodus 21:16-27 Regels en wetten 3
Wie iemand ontvoert, moet ter dood gebracht worden, of hij de ander nu als slaaf verkocht heeft of hem nog in zijn bezit heeft. Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden. Wanneer twee mannen ruziemaken en de een de ander zodanig met een steen of met zijn vuist slaat dat hij niet sterft maar wel het bed moet houden, en hij weer op de been komt en met behulp van een kruk weer buiten kan lopen, dan gaat degene die hem geslagen heeft vrijuit. Wel moet deze hem de gedwongen rusttijd en de kosten van zijn herstel vergoeden.
Lees meer ...Exodus 21:28-37 Regels en wetten 4
Wanneer een stier een man of vrouw zodanig stoot dat deze sterft, moet die stier gestenigd worden en mag het vlees ervan niet gegeten worden. De eigenaar gaat echter vrijuit. Maar als die stier een man of vrouw doodt terwijl hij voor die tijd al stotig was, en de eigenaar was gewaarschuwd maar had hem niet vastgezet, dan moet niet alleen de stier gestenigd worden maar moet ook de eigenaar ter dood gebracht worden. Legt men hem een afkoopsom op, dan moet hij als losprijs voor zijn leven de volle som die hem wordt opgelegd betalen.
Lees meer ...