Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangen zat, en om de mishandelden als om mensen die net zo’n lichaam hebben als u.
Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want overspeligen en echtbrekers zal God veroordelen. Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd:
‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten,’ zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen:
‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’
Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt. Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!
Laat u niet misleiden door allerlei vreemdsoortige leerstellingen; we doen er goed aan ons te laten sterken door genade, niet door spijzen waar de aanhangers van die stellingen in het geheel geen baat bij hadden. Wij hebben een altaar waarvan zij die in de tent dienst doen niet mogen eten. Het bloed dat bestemd is voor het reinigingsoffer wordt door de hogepriester het heiligdom binnengedragen, de kadavers van de offerdieren worden buiten het kamp verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om met Zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden. Laten we dus het kamp verlaten, ons bij Hem voegen en delen in Zijn vernedering. Onze stad is immers niet blijvend, wij kijken juist verlangend uit naar de stad die komt. Laten we met Jezus’ tussenkomst een dankoffer brengen aan God:
het huldebetoon van lippen die Zijn naam prijzen, ononderbroken. En houd de liefdadigheid en de onderlinge solidariteit in ere, want dat zijn offers waarin God behagen schept.