Page 13 of 19
1 11 12 13 14 15 19

Daniël 11:24-34 3

Onverhoeds komt hij in de vruchtbaarste delen van de provincie en doet wat geen van zijn voorouders ooit heeft gedaan: roofgoed, buit en rijkdom strooit hij voor zijn aanhangers uit. Ook tegen versterkte plaatsen smeedt hij plannen, maar dat duurt slechts korte tijd. Hij zal zijn krachten verzamelen en met een groot leger optrekken tegen de koning van het Zuiden. De koning van het Zuiden zal zich opmaken voor de strijd met een zeer groot en krachtig leger, maar hij zal geen stand kunnen houden, want men zal een aanslag tegen hem beramen. Zijn eigen disgenoten bewerkstelligen zijn ondergang,

0Shares
Lees meer ...

Daniël 11:35-45 4

Maar ook sommige van de verlichten komen ten val; mogen zij worden gelouterd, gereinigd en gezuiverd tot aan de eindtijd, want de vastgestelde tijd is nog niet aangebroken. De koning doet wat hij wil. Hij wordt hoogmoedig en stelt zich boven iedere god, en tegen de God der goden spreekt hij lasterlijke woorden. Toch zal hij in voorspoed leven totdat de toorn is uitgewoed, want wat besloten is moet worden uitgevoerd. Ook op de goden van zijn voorouders slaat hij geen acht, noch op de bij vrouwen geliefde god, noch op enige andere god, want hij stelt zich boven alle goden. In plaats daarvan vereert hij de god van de vestingen;

0Shares
Lees meer ...

Daniël 12:1-13

In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk ter zijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend. Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd. De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altijd. Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd.

0Shares
Lees meer ...

Hosea 1:1-9

Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Hosea, de zoon van Beëri, toen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia in Juda regeerden, en Jerobeam, de zoon van Joas, koning was in Israël. Israëls ontrouw. Zo begon de HEER te spreken tegen Hosea. De HEER zei tegen hem: ‘Trouw een overspelige vrouw en verwek kinderen bij haar, want het land maakt zich schuldig aan overspel door zich van de HEER af te keren.’ Daarop trouwde Hosea met Gomer, de dochter van Diblaïm.

0Shares
Lees meer ...

Hosea 2:1-11 1

Maar eens zullen de kinderen van Israël talrijk zijn als zandkorrels aan de zee, die niet te meten en niet te tellen zijn. En waar tegen hen gezegd is: ‘Jullie zijn Mijn volk niet meer,’ zullen ze weer kinderen van de levende God worden genoemd. Dan zullen de kinderen van Juda en de kinderen van Israël weer bijeenkomen en één leider aanstellen. Op de dag dat God zelf zal zaaien, op de grote dag van Jizreël, zullen ze uit de aarde opschieten. Dan noemen jullie je broeders weer Ammi en je zusters weer Ruchama. Israëls ontrouw beantwoord met liefde. Klaag jullie moeder aan! Klaag haar aan! Want zij is Mijn vrouw niet meer en Ik ben haar man niet meer.

0Shares
Lees meer ...

Hosea 2:12-25 2

Ik zal haar de kleren van het lijf rukken in het bijzijn van haar minnaars, en niemand die haar uit Mijn greep kan redden. Aan alle dagen dat zij feestviert, haar hoogtijdagen, nieuwemaan en sabbat, aan al haar feestvreugde zal Ik een einde maken. Ik verwoest haar wijnstok en haar vijgenboom, waarvan zij zei: ‘Het zijn geschenken die mijn minnaars me hebben gegeven.’ Ik laat ze verwilderen en geef ze prijs aan de dieren. Ik zal haar straffen voor de feesten die ze aan de Baäls wijdde en waarop ze hun offers bracht; uitgedost met ringen en halssieraden liep ze achter haar minnaars aan. Maar Mij vergat ze – spreekt de HEER.

0Shares
Lees meer ...

Hosea 4:1-9 Aanklacht tegen volk en priesters 1

Luister naar de woorden van de HEER, Israëlieten! De HEER voert een geding tegen de inwoners van dit land, want ze kennen geen eerlijkheid meer en geen liefde, en met God zijn ze niet meer vertrouwd. Het is een en al meineed en bedrog, niets dan moord, diefstal en overspel; het ene bloedbad volgt op het andere. Daarom is het land in rouw gedompeld en bezwijken al zijn inwoners, mét de dieren van het veld en alles wat vliegt;

0Shares
Lees meer ...

Hosea 4:10-19 Aanklacht tegen volk en priesters 2

Ze zullen eten maar niet verzadigd raken, overspel plegen maar zich niet voortplanten. Want ze hebben de HEER verlaten en vereren nu ontucht en wijn, waardoor het verstand beneveld raakt. Mijn volk raadpleegt een stuk hout, uit stokjes lezen ze de toekomst af. Ze zijn bezeten van ontucht en keren zich af van hun God. Ze brengen offers op de bergtoppen en branden wierook op de heuvels en onder eik, populier en terebint, want in hun schaduw is het aangenaam.

0Shares
Lees meer ...

Hosea 5:1-15 Oordeel over de leiders

Luister, priesters! Hoor toe, oudsten van Israël! Leden van het hof, luister aandachtig! De rechtspraak is toch aan jullie toevertrouwd? Maar in Mispa hebben jullie Mijn volk in de val gelokt, op de Tabor je netten voor hen uitgespreid; een diepe kuil van ontrouw hebben jullie gegraven. Maar Ik zal jullie leren, allemaal! Ik kende Efraïm, Israël lag Mij na aan het hart; maar nu is Efraïm overspelig geworden, Israël heeft zich besmeurd. Hun daden verhinderen hen terug te keren naar hun God: ze zijn bezeten van ontucht, waardoor de HEER een vreemde voor hen geworden is. Israëls hoogmoed zal tegen hemzelf getuigen, Efraïm komt door zijn wandaden ten val; zelfs Juda wordt in zijn val meegesleept.

0Shares
Lees meer ...
Page 13 of 19
1 11 12 13 14 15 19