Nog duidelijker wordt het als we ons realiseren dat deze nieuwe priester, het evenbeeld van Melchisedek, geen priester geworden is op grond van de in de wet vereiste menselijke afstamming, maar door de kracht van Zijn onvergankelijk leven. Over Hem wordt immers verklaard: ‘Jij zult voor eeuwig priester zijn, zoals ook Melchisedek dat was.’ Het eerder gegeven gebod wordt ongeldig verklaard omdat het te beperkt is en niet voldoet – de wet heeft trouwens in geen enkel opzicht de volmaaktheid gebracht -, maar de hoop op iets beters treedt ervoor in de plaats, waardoor wij weer dichter tot God kunnen naderen.
Lees meer ...Hebreeën 8:1-13 Het eerste verbond en het nieuwe verbond 1
De kern van mijn betoog is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit en die de dienst vervult in het ware heiligdom, de tent die door de Heer en niet door mensenhanden is opgericht. Iedere hogepriester wordt aangesteld om gaven en offers op te dragen, en dus heeft ook Hij iets nodig dat Hij kan opdragen. Op aarde zou Jezus geen priester zijn, want daar zijn al priesters die offergaven opdragen zoals de wet dat voorschrijft. Zij verrichten hun dienst in wat de afspiegeling en de voorafschaduwing is van het hemelse heiligdom, zoals dat aan Mozes geopenbaard werd toen hij begon met het oprichten van de tabernakel:
Lees meer ...Hebreeën 9:1-12 Het eerste verbond en het nieuwe verbond 2
Het eerste verbond bevatte bepalingen voor de rituelen van de dienst en het aardse heiligdom. De voorste tent, die is ingericht met de lampenstandaard en de tafel voor de toonbroden, wordt het heilige genoemd. Achter het tweede voorhangsel bevindt zich de tent die het allerheiligste genoemd wordt. Daar staan het vergulde reukofferaltaar en de ark van het verbond, die langs alle zijden met goud overtrokken is en waarin zich de vergulde kruik met het manna, Aärons staf die gebloeid heeft en de platen met de verbondstekst bevinden; daarop staan de cherubs als teken van Gods majesteit, zij bedekken de verzoeningsplaat met hun schaduw.
Lees meer ...Hebreeën 9:13-22 Het eerste verbond en het nieuwe verbond 3
Want als het lichaam van wie onrein is al wordt gereinigd en geheiligd wanneer het besprenkeld wordt met het bloed van bokken en stieren of bestrooid met de as van een jonge koe, hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God? Zo is Hij dan bemiddelaar van een nieuw verbond;
Lees meer ...Hebreeën 9:23-28 Het eerste verbond en het nieuwe verbond 4
Als het dus noodzakelijk is dat de afbeeldingen van wat zich in de hemel bevindt op die manier gereinigd worden, dan moet wat in de hemel zelf is met veel betere offergaven worden gereinigd. Christus is immers niet binnengegaan in een heiligdom dat door mensenhanden is gemaakt, in de voorafbeelding van het hemelse heiligdom, maar in de hemel zelf, waar Hij nu bij God voor ons pleit.
Lees meer ...Hebreeën 10:1-10 Het eerste verbond en het nieuwe verbond 5
Omdat de wet slechts een voorafschaduwing toont van al het goede dat nog komen moet en daarvan niet de gestalte zelf laat zien, heeft hij ook niet de kracht om degenen die jaar in jaar uit met steeds dezelfde offers aan de dienst deelnemen ooit tot volmaaktheid te brengen. Anders zouden die offers allang niet meer gebracht worden; degenen die aan de dienst deelnemen, zouden immers als ze eenmaal gereinigd zijn geen enkel zondebesef meer hebben.
Lees meer ...Hebreeën 10:11-18 Het eerste verbond en het nieuwe verbond 6
De priesters blijven dagelijks hun dienst verrichten en steeds opnieuw dezelfde offers opdragen die de zonden nooit teniet zullen kunnen doen, terwijl Hij, na Zijn eenmalig offer voor de zonden, voorgoed Zijn plaats aan Gods rechterhand heeft ingenomen,
Lees meer ...Hebreeën 10:19-31 Geloof en volharding 1
Broeders en zusters, dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom, omdat Hij voor ons met Zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen. We hebben nu een hogepriester die dienst doet in het huis van God; laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen. Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want Hij die de belofte heeft gedaan is trouw.
Lees meer ...Hebreeën 10:32-39 Geloof en volharding 2
Herinner u de dagen van weleer, toen u, door het licht beschenen, in een moeizame worsteling met het lijden hebt standgehouden: enerzijds kreeg u publiekelijk smaad en beproevingen te verduren, anderzijds was u solidair met hen die hetzelfde moesten doormaken.
Lees meer ...Hebreeën 11:1-12 Voorbeeldig geloof 1
Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen. Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare. Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige – God zelf liet zich prijzend uit over zijn gaven -, en door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven. Door zijn geloof werd Henoch naar elders overgebracht, om niet te hoeven sterven; hij werd niet meer gevonden, omdat God hem had weggenomen.
Lees meer ...