Page 2 of 10
1 2 3 4 10

2 Kronieken 6:1-14 De inwijding van de tempel 3

Toen sprak Salomo: ‘HEER, U hebt gezegd dat U in een donkere wolk wilde wonen. Welnu, ik heb voor U een vorstelijk huis gebouwd, dat voor altijd Uw woning kan zijn.’ Hierna keerde de koning zich om en zegende de gemeenschap van Israël. Toen iedereen was gaan staan, zei hij: ‘Geprezen zij de HEER, de God van Israël, die het niet bij woorden heeft gelaten maar Zijn belofte aan mijn vader David daadwerkelijk is nagekomen. Hij heeft gezegd: “Nooit, vanaf de dag dat Ik Mijn volk uit Egypte heb weggeleid, heb Ik een van de steden van Israëls stammen uitgekozen om er een tempel te laten bouwen waar Mijn naam zou wonen. En nooit heb Ik iemand aangewezen om als vorst over Mijn volk, Israël, te regeren.

1Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 6:15-26 De inwijding van de tempel 4

U hebt U gehouden aan wat U Uw dienaar, mijn vader David, hebt beloofd. U hebt het niet bij woorden gelaten, maar U bent vandaag Uw belofte daadwerkelijk nagekomen. Daarom vraag ik U, HEER, God van Israël, of U zich ook wilt blijven houden aan wat U Uw dienaar, mijn vader David, hebt beloofd, namelijk dat U zijn nakomelingen de troon van Israël nooit zult ontzeggen, zolang wij tenminste op het rechte pad blijven door Uw wetten in acht te nemen, zoals ook hij U toegewijd was. Welnu, HEER, God van Israël, moge de belofte die U Uw dienaar David hebt gedaan, bewaarheid worden. Zou God werkelijk bij de mensen op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor U heb gebouwd.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 6:27-35 De inwijding van de tempel 5

Aanhoor hen vanuit de hemel en vergeef Uw dienaren, Uw volk Israël, wat ze hebben misdaan. Wijs hun de juiste levensweg en laat het regenen op Uw land, dat U als erfdeel aan Uw volk gegeven hebt. Wanneer er in het land hongersnood of pest uitbreekt, wanneer het gewas wordt getroffen door korenbrand, meeldauw of vraatzuchtige sprinkhanen, wanneer het volk in eigen land door vijanden bedreigd wordt, wanneer er kortom bij enige ramp of ziekte  ook maar iemand van Uw volk Israël een smeekgebed tot U richt en zijn handen heft in de richting van deze tempel –

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 6:36-42 De inwijding van de tempel 6

Wanneer ze tegen U zondigen – er is immers geen mens die niet zondigt – en U hen uit woede uitlevert aan vijanden die hen gevangennemen en meevoeren naar een ander land, hetzij ver weg of dichtbij, en wanneer ze dan in hun ballingsoord tot inkeer komen en zich in dat vreemde land smekend tot U wenden en belijden dat ze hebben gezondigd, dat ze verkeerd hebben gedaan en slecht hebben gehandeld,

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 7:1-10 De inwijding van de tempel 7

Toen Salomo zijn gebed tot de HEER beëindigd had, daalde er vuur uit de hemel neer, dat het brandoffer en de vredeoffers verteerde. De majesteit van de HEER vulde de tempel. De priesters konden niet naar binnen gaan, want de tempel was gevuld door de majesteit van de HEER. Alle Israëlieten zagen het vuur en de majesteit van de HEER op de tempel neerdalen. Ze knielden op het plaveisel neer, bogen diep voorover en loofden de HEER: ‘Hij is goed, eeuwig duurt Zijn trouw.’ Samen met de Israëlieten droeg de koning offers op aan de HEER. Hij liet tweeëntwintigduizend runderen en honderdtwintigduizend schapen en geiten slachten om samen met het volk de tempel in te wijden.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 7:11-22 Belofte aan Salomo

Toen Salomo het werk aan de tempel van de HEER en het koninklijk paleis voltooid had, en alles wat hij zich omtrent de bouw van de tempel en het paleis had voorgenomen geheel volgens plan was uitgevoerd, verscheen de HEER hem in de nacht. Hij zei tegen hem: ‘Ik heb je gebed gehoord. Ik heb deze tempel aanvaard als de plaats waar men Mij offers mag brengen. Wanneer Ik de hemel gesloten houd zodat er geen regen valt, of de sprinkhanen beveel het land kaal te vreten, of pest onder Mijn volk laat uitbreken, en wanneer dan Mijn volk, het volk dat Mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend Mijn aanwezigheid zoekt en terugkeert van zijn dwaalwegen, dan zal Ik het aanhoren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 8:1-11 Andere ondernemingen van Salomo 1

Twintig jaar had Salomo besteed aan de bouw van de tempel voor de HEER en het koninklijk paleis. De steden die koning Churam hem gegeven had breidde hij uit, zodat daar Israëlieten konden wonen. Hij trok op tegen Hamat-Soba en veroverde het. Hij versterkte Tadmor, dat in de woestijn ligt, en de steden die hij in Hamat had laten bouwen om er voorraden op te slaan. Van Hoog-Bet-Choron en Laag-Bet-Choron maakte hij vestingsteden met muren en vergrendelbare stadspoorten,

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 8:12-18 Andere ondernemingen van Salomo 2

Toen de tempel eenmaal voltooid was, bracht Salomo brandoffers op het altaar van de HEER dat hij tegenover de voorhal van de tempel had laten maken. Daar bracht hij de offers die Mozes had voorgeschreven voor sabbat, nieuwemaan en de drie grote jaarlijkse feesten: het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 9:1-12 Bezoek van de koningin van Seba

De roem van Salomo was tot de koningin van Seba doorgedrongen. Ze ging naar hem toe om hem met raadsels op de proef te stellen en kwam naar Jeruzalem met een grote karavaan kamelen beladen met reukwerk, een grote hoeveelheid goud, en edelstenen. Ze bracht Salomo een bezoek en legde hem alle vragen voor die ze had bedacht. En Salomo wist op al haar vragen een antwoord, er was er niet één waarop hij het antwoord schuldig moest blijven. Toen de koningin van Seba merkte hoe wijs Salomo was en ze het paleis zag dat hij gebouwd had, de gerechten die bij hem op tafel kwamen, de wijze waarop zijn hovelingen aanzaten, de kleding en de goede manieren van zijn bedienden en schenkers en de plechtige stoet waarin hij zich naar de tempel van de HEER begaf, was ze buiten zichzelf van bewondering.

0Shares
Lees meer ...

2 Kronieken 9:13-21 Salomo’s rijkdom 1

Koning Salomo ontving jaarlijks zeshonderdzesenzestig talent goud, nog afgezien van het goud dat de handelskaravanen meebrachten. Ook de Arabische vorsten en de stadhouders van Israël droegen goud en zilver aan Salomo af. De koning liet tweehonderd grote schilden maken van gedreven goud; in één zo’n schild werd zeshonderd sjekel gedreven goud verwerkt. En ook nog driehonderd kleinere schilden van gedreven goud; in één zo’n schild werd driehonderd sjekel goud verwerkt.

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 10
1 2 3 4 10