Nu zou iemand kunnen vragen: ‘Maar hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?’ Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. En wat u zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt; het is nog maar een naakte korrel, een graankorrel misschien of iets anders. God geeft daaraan de vorm die Hij heeft vastgesteld, en Hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm. Elk aards lichaam is anders; het lichaam van een mens is enig in zijn soort, dat van een dier eveneens, dat van een vogel ook, en ook dat van een vis.
Lees meer ...1 Korintiërs 15:50-58 De opstanding van de doden 4
Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dit: wat uit vlees en bloed bestaat kan geen deel hebben aan het koninkrijk van God; het vergankelijke krijgt geen deel aan de onvergankelijkheid. Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt.
Lees meer ...1 Korintiërs 16:1-12 Reisplannen en groeten 1
Wat de collecte voor de heiligen betreft, moet u de richtlijn volgen die ik aan de gemeenten in Galatië gegeven heb: laat ieder van u elke eerste dag van de week naar vermogen iets opzij leggen. Dan hoeft er bij mijn komst geen geld meer te worden ingezameld. Wanneer ik eenmaal bij u ben, zal ik degenen die u hebt uitgekozen om de gaven te overhandigen, met aanbevelingsbrieven naar Jeruzalem laten gaan. Als ik zelf ook de mogelijkheid heb naar Jeruzalem te gaan, zullen ze mij vergezellen.
Lees meer ...1 Korintiërs 16:13-24 Reisplannen en groeten 2
Wees waakzaam, volhard in het geloof, wees moedig en sterk. Alles wat u doet, moet u met liefde doen. Ik heb nog een verzoek aan u, broeders en zusters. U weet dat Stefanas en zijn huisgenoten als eersten in Achaje tot geloof gekomen zijn en dat ze zich in dienst van de heiligen hebben gesteld. Aanvaard hun gezag en dat van alle anderen die zich samen met hen zoveel moeite geven.
Lees meer ...2 Korintiërs 1:1-11 De tweede brief aan de Korintiërs
Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, en van onze broeder Timoteüs. Aan de gemeente van God in Korinte en aan alle heiligen in heel Achaje. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. Zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft.
Lees meer ...2 Korintiërs 1:12-24 Gewijzigde reisplannen 1
Hierop kunnen wij ons laten voorstaan: ons geweten kan getuigen dat we ons overal in deze wereld, en vooral bij u, hebben laten leiden door de oprechtheid en zuiverheid die God van ons verlangt, dat we niet werden geleid door de wijsheid van deze wereld, maar door Gods genade. Wat u in onze brieven leest en eruit begrijpt, hebben we ook precies zo bedoeld. Ik hoop dat u eens ten volle zult begrijpen wat u al gedeeltelijk begrepen hebt, namelijk dat u op de dag van onze Heer Jezus trots op ons kunt zijn, zoals wij op u. Ik had wat dit betreft alle vertrouwen in u en had u daarom graag niet eenmaal,
Lees meer ...2 Korintiërs 2:1-13 Gewijzigde reisplannen 2
Ik had mezelf dus voorgenomen u niet opnieuw zo’n verdrietig bezoek te brengen. Want als ik u verdriet doe, wie moet mij dan blij maken? Toch alleen u – en u zou nu juist verdriet door mij hebben. Dat is ook precies wat ik u geschreven heb: ik wilde niet dat ik bij mijn bezoek verdriet van u zou hebben, terwijl u mij juist blij had moeten maken. En ik had er alle vertrouwen in dat u allen in mijn vreugde zou delen. Toen ik u schreef was ik terneergeslagen en bedrukt en stonden de tranen in mijn ogen.
Lees meer ...2 Korintiërs 2:14-17 Het apostelschap 1
God zij gedankt dat Hij ons, die één zijn met Christus, in Zijn triomftocht meevoert en dat Hij overal door ons de kennis over Hem verspreidt als een aangename geur.
Lees meer ...2 Korintiërs 3:1-18 Het apostelschap 2
Beginnen we onszelf weer aan te bevelen? Of hebben we net als sommige anderen aanbevelingsbrieven voor of van u nodig? U bent zelf onze aanbevelingsbrief, in ons hart geschreven, maar voor iedereen te zien en te lezen: u bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen. Dit vertrouwen kunnen wij dankzij Christus tegenover God uitspreken. Niet dat wij vanuit onszelf zo bekwaam zijn dat we dit als ons eigen werk kunnen beschouwen; onze bekwaamheid danken we aan God. Hij heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe verbond te dienen: niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van Zijn Geest.
Lees meer ...2 Korintiërs 4:1-6 Het apostelschap 3
Omdat God ons in Zijn barmhartigheid deze taak gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet. Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten.
Lees meer ...