De HEER zei tegen mij: ‘Heb nogmaals een vrouw lief, een vrouw die ondanks de liefde van haar man toch overspelig is, net zoals de HEER de Israëlieten liefheeft hoewel zij zich op andere goden richten en uit zijn op de lekkernijen in hun tempels.’
Lees meer ...Hosea 4:1-9 Aanklacht tegen volk en priesters 1
Luister naar de woorden van de HEER, Israëlieten! De HEER voert een geding tegen de inwoners van dit land, want ze kennen geen eerlijkheid meer en geen liefde, en met God zijn ze niet meer vertrouwd. Het is een en al meineed en bedrog, niets dan moord, diefstal en overspel; het ene bloedbad volgt op het andere. Daarom is het land in rouw gedompeld en bezwijken al zijn inwoners, mét de dieren van het veld en alles wat vliegt;
Lees meer ...Hosea 4:10-19 Aanklacht tegen volk en priesters 2
Ze zullen eten maar niet verzadigd raken, overspel plegen maar zich niet voortplanten. Want ze hebben de HEER verlaten en vereren nu ontucht en wijn, waardoor het verstand beneveld raakt. Mijn volk raadpleegt een stuk hout, uit stokjes lezen ze de toekomst af. Ze zijn bezeten van ontucht en keren zich af van hun God. Ze brengen offers op de bergtoppen en branden wierook op de heuvels en onder eik, populier en terebint, want in hun schaduw is het aangenaam.
Lees meer ...Hosea 5:1-15 Oordeel over de leiders
Luister, priesters! Hoor toe, oudsten van Israël! Leden van het hof, luister aandachtig! De rechtspraak is toch aan jullie toevertrouwd? Maar in Mispa hebben jullie Mijn volk in de val gelokt, op de Tabor je netten voor hen uitgespreid; een diepe kuil van ontrouw hebben jullie gegraven. Maar Ik zal jullie leren, allemaal! Ik kende Efraïm, Israël lag Mij na aan het hart; maar nu is Efraïm overspelig geworden, Israël heeft zich besmeurd. Hun daden verhinderen hen terug te keren naar hun God: ze zijn bezeten van ontucht, waardoor de HEER een vreemde voor hen geworden is. Israëls hoogmoed zal tegen hemzelf getuigen, Efraïm komt door zijn wandaden ten val; zelfs Juda wordt in zijn val meegesleept.
Lees meer ...Hosea 6:1-11 Israëls boetelied en Gods antwoord
‘Kom, laten wij teruggaan naar de HEER! Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden. Hij redt ons na twee dagen van de dood, de derde dag doet Hij ons opstaan: in Zijn nabijheid zullen wij leven. Dan zullen wij Hem kennen, ernaar jagen om de HEER te kennen. Even zeker als de dageraad zal Hij komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.’ Wat moet Ik met je beginnen, Efraïm?
Lees meer ...Hosea 7:1-11 1
steeds wanneer Ik Israël genees, komen Efraïms slechtheid en Samaria’s zonden aan het licht. Altijd maar bedriegen! Dieven dringen de huizen binnen, buiten plunderen roversbenden. Het komt niet bij hen op dat Ik al hun zonden onthoud; hun daden zullen hun opbreken, want Ik zie ze voor Mijn ogen gebeuren. Met hun zonden doen ze de koning een plezier, met hun leugens vermaken ze de leiders. Ze zijn allemaal even trouweloos. Hun hartstocht lijkt op een oven die door een bakker zo hoog is opgestookt,
Lees meer ...Hosea 7:12-16 2
Maar als ze nog eens op weg gaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden; Ik haal ze neer, als vogels uit de lucht. Ik zal hen straffen zoals Ik hun heb aangekondigd. Onheil kome over hen, want ze hebben Mij in de steek gelaten! Verderf over hen, want ze zijn tegen Mij in opstand gekomen!
Lees meer ...Hosea 8:1-14 Wie wind zaait zal storm oogsten
Zet de ramshoorn aan je mond! Gieren cirkelen boven het volk van de HEER, want het heeft het verbond met Mij geschonden en is in opstand gekomen tegen Mijn wet. Hoor ze roepen: ‘O God, U bent toch de onze? Wij zijn Uw Israël!’ Maar de Israëlieten wijzen af wat goed is, en daarom zal de vijand hen achtervolgen. Ze hebben een koning aangesteld, maar buiten Mij om, leiders gekozen zonder Mij erin te kennen. Van hun zilver en goud hebben ze godenbeelden gemaakt, maar voor niets. Want je stierkalf wijst je af, Samaria! Ook Ik ben woedend op je: zul je dan nooit tot zuiverheid in staat zijn?
Lees meer ...Hosea 9:1-9 Terug naar Egypte 1
Wees maar niet zo vrolijk, Israël, houd ermee op zo te jubelen als de andere volken: in overspel heb je je God verlaten; je was altijd uit op hoerenloon, overal waar graan werd gedorst. Dorsvloer en perskuip zullen hun niet langer gunstig gezind zijn, de wijnoogst zal hen teleurstellen. Ze blijven niet in het land van de HEER: Efraïm zal terugkeren naar Egypte, onrein voedsel eten in Assyrië. Het is als brood in een sterfhuis: wie het eet wordt onrein.
Lees meer ...Hosea 9:10-17 Gods oordeel over Israëls ontrouw 2
Als druiven in de woestijn, zo vond Ik Israël, jullie voorouders keurde Ik als vroege vijgen, eerstelingen van de vijgenboom. Maar zij – zodra ze in Baäl-Peor waren wijdden ze zich aan de god van de schande. Ze werden even weerzinwekkend als het voorwerp van hun liefde. Efraïms luister vervliegt, verdwijnt als een vogel: er wordt geen kind meer geboren, er is geen zwangerschap meer, geen bevruchting.
Lees meer ...