Wanneer uw kinderen u later vragen:
‘Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de HEER, onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit antwoord:
‘Wij waren in Egypte slaven van de farao, maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd. Wij zagen met eigen ogen hoe Hij tekenen en indrukwekkende wonderen deed, die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof. Maar ons leidde Hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven dat Hij onze voorouders onder ede had beloofd. Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor Hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou Hij ons leven sparen, zoals Hij tot nu toe heeft gedaan. Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals Hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend.’