Als een vrouw getrouwd is en ze doet een gelofte of neemt onder ede een verplichting op zich, en haar man zegt er niets van en maakt geen bezwaar wanneer hij ervan hoort, dan blijven al haar geloften en alle verplichtingen die ze is aangegaan geldig. Maar als haar man ze nadrukkelijk ongeldig verklaart zodra hij ervan hoort, verliest alles wat ze heeft toegezegd zijn geldigheid, elke gelofte en iedere verplichting. Haar man doet alles teniet, en de HEER ontheft haar ervan. Elke gelofte en elke verplichting tot onthouding die ze onder ede aangaat, kan haar man zowel bekrachtigen als ongeldig verklaren. Heeft haar man er binnen een etmaal niets van gezegd, dan bekrachtigt hij al haar geloften en alle verplichtingen die ze zichzelf heeft opgelegd; door er niets van te zeggen zodra hij ervan hoort, bekrachtigt hij ze. Maar verklaart hij ze nadrukkelijk ongeldig als hij ervan hoort, dan draagt hij de volle verantwoordelijkheid.’
Dit zijn de wetten die de HEER Mozes heeft opgelegd met betrekking tot een man en zijn vrouw en met betrekking tot een vader en een dochter die nog als meisje bij hem woont.