Dit waren de geschenken die de leiders van de Israëlieten voor de inwijding van het altaar aanboden op de dag dat het gezalfd werd:
allereerst twaalf zilveren schotels, twaalf zilveren offerschalen en twaalf gouden schalen. Gewicht per zilveren schotel:
honderddertig sjekel; gewicht per offerschaal:
zeventig; in totaal wogen deze zilveren voorwerpen vierentwintighonderd sjekel, volgens het ijkgewicht van het heiligdom. Gewicht van elk van de twaalf met reukwerk gevulde gouden schalen:
tien sjekel, volgens het ijkgewicht van het heiligdom; in totaal wogen deze gouden schalen honderdtwintig sjekel. Verder in totaal twaalf jonge stieren, twaalf volwassen rammen en twaalf eenjarige rammen als dieren voor de brandoffers, met de bijbehorende graanoffers; twaalf bokken voor de reinigingsoffers, en in totaal vierentwintig jonge stieren, zestig volwassen rammen, zestig bokken en zestig eenjarige rammen als dieren voor de vredeoffers. Dat waren de geschenken die voor de inwijding van het altaar werden aangeboden, nadat het gezalfd was.
Telkens als Mozes de ontmoetingstent binnenging om met de HEER te spreken, hoorde hij een stem die tot hem sprak vanaf een plaats boven de verzoeningsplaat op de ark met de verbondstekst, tussen de twee cherubs. Zo sprak de HEER tot hem.