De elfde dag kwam het hoofd van de Aserieten, Pagiël, de zoon van Ochran. Zijn gave bestond uit een zilveren schotel die honderddertig sjekel woog, volgens het ijkgewicht van het heiligdom, en een zilveren offerschaal van zeventig sjekel, beide gevuld met tarwebloem vermengd met olijfolie, bestemd voor een graanoffer; een gouden schaal van tien sjekel, gevuld met reukwerk; een jonge stier, een volwassen ram en een eenjarige ram als brandoffer; een bok als reinigingsoffer, en twee runderen, vijf volwassen rammen, vijf bokken en vijf eenjarige rammen als vredeoffer. Dat was het geschenk van Pagiël, de zoon van Ochran.
De twaalfde dag kwam het hoofd van de Naftalieten, Achira, de zoon van Enan. Zijn gave bestond uit een zilveren schotel die honderddertig sjekel woog, volgens het ijkgewicht van het heiligdom, en een zilveren offerschaal van zeventig sjekel, beide gevuld met tarwebloem vermengd met olijfolie, bestemd voor een graanoffer; een gouden schaal van tien sjekel, gevuld met reukwerk; een jonge stier, een volwassen ram en een eenjarige ram als brandoffer; een bok als reinigingsoffer, en twee runderen, vijf volwassen rammen, vijf bokken en vijf eenjarige rammen als vredeoffer. Dat was het geschenk van Achira, de zoon van Enan.