Wordt het pand niet binnen het jaar ingelost, dan vervalt het huis – indien het dus in een ommuurde stad staat – voorgoed aan de pandnemer en diens nakomelingen. Het valt in het jubeljaar niet aan de oorspronkelijke eigenaar terug. Huizen in dorpen die niet ommuurd zijn, worden gerekend bij het land waarop ze staan. Daarvoor geldt het gewone lossingsrecht en in het jubeljaar vallen ze aan de oorspronkelijke eigenaars terug. In de door de Levieten bewoonde steden, die zij als grondgebied toebedeeld hebben gekregen, geldt voor hen onbeperkt lossingsrecht voor huizen. Zo’n huis kan door een Leviet worden ingelost en valt – indien het op hun grondgebied staat – in het jubeljaar aan de oorspronkelijke eigenaar terug, want de huizen in de steden die bij de verdeling van het land onder de Israëlieten aan de Levieten zijn toegewezen, gelden als hun grondbezit. De akkers en weidegronden bij die steden mogen helemaal niet verpand worden, want die vormen hun onvervreemdbaar bezit.

Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zich niet kan handhaven, moet je hem bijstand verlenen, zoals je ook een vreemdeling zou helpen die bij je te gast is; je mag hem niet laten verkommeren. Toon ontzag voor je God en laat je volksgenoten niet verkommeren. Wanneer je een volksgenoot iets leent, mag je hem vooraf noch achteraf rente vragen. Je mag van hem geen rente vragen als je hem geld leent, en geen winst maken als je hem voedsel geeft. Ik ben de HEER, jullie God, die jullie uit Egypte heeft geleid om jullie Kanaän in bezit te geven en jullie God te zijn.

Wanneer een van jullie tot armoede vervalt en zichzelf aan jou verpandt, mag je hem niet als slaaf behandelen. Je moet hem beschouwen als een loonarbeider of als een vreemdeling die bij je woont. Tot aan het jubeljaar zal hij voor je werken, dan hoeft hij je niet meer te dienen en kan hij met zijn gezin terugkeren naar zijn eigen familie en naar de grond van zijn voorouders. Het volk dat Ik uit Egypte heb weggeleid behoort Mij toe, Israëlieten kunnen dus niet als slaaf verkocht worden. Toon ontzag voor je God en beul hen niet af als slaven.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Leviticus 22:13-23 Voorschriften en bepalingen omt...
Leviticus 5:12-19 Reinigingsoffer en hersteloffer ...
Leviticus 25:16-29 Sabbatsjaar en jubeljaar 2
Leviticus 25:44-55 Sabbatsjaar en jubeljaar 4
Leviticus 1:10-17 Brandoffer, graanoffer en vredeo...
Leviticus 16:1-13 Grote verzoendag 1
Leviticus 16:14-23 Grote verzoendag 2
Leviticus 14:25-40 Voorschriften omtrent vraat 8
Leviticus 5:1-11 Reinigingsoffer en hersteloffer 4
Leviticus 26:1-16 Sabbatsjaar en jubeljaar 5
Leviticus 19:26-37 Bepalingen en regels voor het h...
Leviticus 11:1-23 Voorschriften omtrent reine en o...
Leviticus 7:28-38 Nadere bepalingen bij de offers ...
Leviticus 4:16-26 Reinigingsoffer en hersteloffer ...
Leviticus 6:1-11 Nadere bepalingen bij de offers 1
Leviticus 9:16-24 Instelling van de offerdienst 2
Leviticus 14:41-57 Voorschriften omtrent vraat 9
Leviticus 23:29-38 Feestdagen 3
Leviticus 22:24-33 Voorschriften en bepalingen omt...
Leviticus 17:1-9 Bloed is levenskracht 1
Leviticus 23:15-28 Feestdagen 2
Leviticus 9:1-15 Instelling van de offerdienst 1
Leviticus 7:1-15 Nadere bepalingen bij de offers 3
Leviticus 10:12-20 Instelling van de offerdienst 4
Leviticus 27:28-34 Bepalingen omtrent het afkopen ...
Leviticus 19:15-25 Bepalingen en regels voor het h...
Leviticus 11:39-47 Voorschriften omtrent reine en ...
Leviticus 8:31-36 Aäron en zijn zonen als priester...
Leviticus 27:16-27 Bepalingen omtrent het afkopen ...
Leviticus 24:1-9 De lampen en het toonbrood
Leviticus 6:12-23 Nadere bepalingen bij de offers ...
Leviticus 15:16-30 Voorschriften omtrent onreine v...
Leviticus 10:1-11 Instelling van de offerdienst 3
Leviticus 23:39-44 Feestdagen 4
Leviticus 13:38-52 Voorschriften omtrent vraat 4
Leviticus 18:19-30 Bepalingen en regels voor het h...
Leviticus 21:1-12 Voorschriften en bepalingen voor...
Leviticus 14:13-24 Voorschriften omtrent vraat 7
Leviticus 15:31-33 Voorschriften omtrent onreine v...
Leviticus 8:18-30 Aäron en zijn zonen als priester...
Leviticus 26:40-46 Sabbatsjaar en jubeljaar 8
Leviticus 26:17-31 Sabbatsjaar en jubeljaar 6
Leviticus 4:27-35 Reinigingsoffer en hersteloffer ...
Leviticus 1:1-9 Brandoffer, graanoffer en vredeoff...
Leviticus 13:1-11 Voorschriften omtrent vraat 1
Leviticus 3:6-17 Brandoffer, graanoffer en vredeof...
Leviticus 24:10-23 Eén wet voor vreemdelingen en I...
Leviticus 2:11-16 Brandoffer, graanoffer en vredeo...
Leviticus 18:1-18 Bepalingen en regels voor het he...
Leviticus 21:13-24 Voorschriften en bepalingen voo...
Leviticus 3:1-5 Brandoffer, graanoffer en vredeoff...
Leviticus 13:12-25 Voorschriften omtrent vraat 2
Leviticus 14:1-12 Voorschriften omtrent vraat 6
Leviticus 13:26-37 Voorschriften omtrent vraat 3
Leviticus 12:1-8 Voorschriften omtrent de kraamvro...
Leviticus 25:1-15 Sabbatsjaar en jubeljaar 1
Leviticus 2:1-10 Brandoffer, graanoffer en vredeof...
Leviticus 4:1-15 Reinigingsoffer en hersteloffer 1
Leviticus 15:1-15 Voorschriften omtrent onreine vl...
Leviticus 20:22-27 Bepalingen en regels voor het h...
Leviticus 17:10-16 Bloed is levenskracht 2
Leviticus 20:1-15 Bepalingen en regels voor het he...
Leviticus 5:20-26 Reinigingsoffer en hersteloffer ...
Leviticus 20:16-21 Bepalingen en regels voor het h...
Leviticus 11:24-38 Voorschriften omtrent reine en ...
Leviticus 26:32-39 Sabbatsjaar en jubeljaar 7
Leviticus 13:53-59 Voorschriften omtrent vraat 5
Leviticus 8:1-17 Aäron en zijn zonen als priester ...
Leviticus 23:1-14 Feestdagen 1
Leviticus 22:1-12 Voorschriften en bepalingen omtr...
0Shares