Wanneer een vrouw een dier uitlokt om met haar te paren, moet zowel de vrouw als het dier gedood worden. Ze moeten ter dood gebracht worden en hebben hun dood aan zichzelf te wijten. Wanneer iemand met zijn zuster trouwt, of ze nu de dochter van zijn vader of van zijn moeder is, en zij dus met elkaar gemeenschap hebben, is dat een schanddaad en zullen beiden publiekelijk uitgestoten worden. Zo iemand heeft gemeenschap gehad met zijn zuster en moet de gevolgen van zijn zonde dragen. Wanneer iemand het bed deelt met een vrouw die ongesteld is en gemeenschap met haar heeft – wanneer hij dus de bron van haar bloeding ontbloot of zij voor hem de bron van haar bloeding ontbloot – zullen beiden uitgestoten worden. Je mag geen gemeenschap hebben met de zuster van je moeder of de zuster van je vader. Wie de eer van een bloedverwant aantast, moet de gevolgen van zijn zonde dragen. Wanneer iemand gemeenschap heeft met zijn tante, onteert hij zijn oom. Beiden zullen ten gevolge van hun zonde kinderloos sterven. Wie trouwt met een vrouw die zijn broer heeft toebehoord, begaat een wandaad, want hij onteert zijn broer. Het huwelijk zal kinderloos zijn.