Eet geen vlees waar nog bloed in zit. Laat je niet in met waarzeggerij en wolkenschouwerij. Wanneer je een dode te betreuren hebt, scheer dan het haar aan je slapen niet weg en knip geen stukken uit je baard, kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER.
Ontwijd je dochters niet door hoeren van hen te maken, want dan verspreidt de ontucht zich onder het volk en zal er in het hele land zedeloosheid heersen. Neem steeds Mijn sabbat in acht en heb eerbied voor Mijn heiligdom. Ik ben de HEER.
Raadpleeg geen geesten en schimmen van doden. Wie zich tot hen wendt, verontreinigt zichzelf. Ik ben de HEER, jullie God.
Sta op voor oude mensen en betoon hun respect. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER.
Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God.
Knoei niet met lengtematen, gewichten en inhoudsmaten. Gebruik een zuivere weegschaal met zuivere gewichten, een zuivere efa en een zuivere hin. Ik ben de HEER, jullie God, die jullie uit Egypte heeft geleid. Houd je aan al Mijn bepalingen en regels en leef ze na. Ik ben de HEER.”’