Dit is, met vermelding van hun geslachtsregisters, de lijst van de hoofden van de families die met mij uit Babylonië vertrokken tijdens de regering van koning Artaxerxes.
De familie van Pinechas met Gersom, de familie van Itamar met Daniël, de familie van David met Chattus, de familie van Sechanja, de familie van Paros met Zecharja, alsmede honderdvijftig personen van het mannelijk geslacht die met hem in de registers waren ingeschreven. De familie van Pachat-Moab met Eljoënai, de zoon van Zerachja, alsmede tweehonderd personen van het mannelijk geslacht. De familie van Sechanja, de zoon van Jachaziël, alsmede driehonderd personen van het mannelijk geslacht. De familie van Adin met Ebed, de zoon van Jonatan, alsmede vijftig personen van het mannelijk geslacht. De familie van Elam met Jesaja, de zoon van Atalja, alsmede zeventig personen van het mannelijk geslacht. De familie van Sefatja met Zebadja, de zoon van Michaël, alsmede tachtig personen van het mannelijk geslacht. De familie van Joab met Obadja, de zoon van Jechiël, alsmede tweehonderdachttien personen van het mannelijk geslacht. De familie van Selomit, de zoon van Josifja, alsmede honderdzestig personen van het mannelijk geslacht. De familie van Bebai met Zecharja, de zoon van Bebai, alsmede achtentwintig personen van het mannelijk geslacht. De familie van Azgad met Jochanan, de zoon van Hakkatan, alsmede honderdtien personen van het mannelijk geslacht. De laatsten van de familie van Adonikam, namelijk Elifelet, Jeïel en Semaja, alsmede zestig personen van het mannelijk geslacht. De familie van Bigwai met Utai en Zakkur, alsmede zeventig personen van het mannelijk geslacht.