Terwijl de bouwers de fundamenten van het heiligdom van de HEER legden, stelden de priesters, gekleed in ambtsgewaad, zich op met trompetten, en de Levieten, de nakomelingen van Asaf, stelden zich op met cimbalen, om de HEER te prijzen volgens de aanwijzingen van David, de koning van Israël.
Lees meer ...Ezra 4:1-11 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 1
De tegenstanders van Juda en Benjamin hoorden dat de teruggekeerde ballingen een heiligdom voor de HEER, de God van Israël, aan het bouwen waren. Zij gingen naar Zerubbabel en de familiehoofden, en zeiden: ‘Wij willen meehelpen met de bouw, want ook wij vereren uw God, wij offeren al aan Hem sinds de dag dat Esarhaddon, de koning van Assyrië, ons hierheen heeft gebracht.’ Zerubbabel en Jesua en de andere familiehoofden van Israël antwoordden hun: ‘Wij mogen niet samen met u een tempel bouwen voor onze God. Wij alleen zullen die bouwen voor de HEER, de God van Israël, want alleen aan ons heeft Cyrus, de koning van Perzië, deze opdracht verstrekt.’
Lees meer ...Ezra 4:12-16 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 2
Het zij de koning bekend dat de Judeeërs die bij u zijn weggegaan bij ons in Jeruzalem zijn aangekomen, en dat zij deze opstandige en slechte stad aan het herbouwen zijn: ze herstellen de muren en repareren de fundamenten. Het zij de koning bekend dat wanneer deze stad zal zijn herbouwd en de muren zullen zijn hersteld, er niet langer belasting, cijns of tol zal worden afgedragen, wat de belangen van het koninkrijk zeker zal schaden.
Lees meer ...Ezra 4:17-24 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 3
De koning stuurde het volgende antwoord: ‘Aan Rechum, het hoofd van de kanselarij, en aan Simsai, de hofschrijver, en aan hun overige ambtgenoten die wonen in Samaria en de rest van de provincie Trans-Eufraat: wij wensen u vrede! Het schrijven dat u ons heeft doen toekomen, is mij woordelijk voorgelezen. Ik heb bevel gegeven de zaak te onderzoeken, en er is aan het licht gekomen dat deze stad zich van oudsher tegen haar koningen verzet heeft en dat ze een bron is van opstand en oproer.
Lees meer ...Ezra 5:1-8 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 4
Toen begonnen de profeten Haggai en Zacharia, de kleinzoon van Iddo, in opdracht van de God van Israël te profeteren tegen de Judeeërs die in Juda en in Jeruzalem woonden. Daarop hervatten Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en Jesua, de zoon van Josadak, de bouw van de tempel van God in Jeruzalem. Ze kregen daarbij de steun van Gods profeten. Kort daarna kwamen Tattenai, de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat, en Setar-Boznai met hun ambtgenoten naar hen toe,
Lees meer ...Ezra 5:9-17 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 5
Wij hebben de oudsten gevraagd wie hun het bevel had gegeven tot de bouw van de tempel en de voltooiing van het heiligdom. Ook hebben wij hun namen gevraagd, zodat we, te uwer informatie, de namen van de leiders schriftelijk konden vastleggen. Dit was hun antwoord: “Wij zijn dienaren van de God van de hemel en de aarde, en wij herstellen de tempel die reeds vele jaren geleden werd gebouwd; een groot koning van Israël heeft de bouw ervan destijds voltooid. Maar omdat onze voorouders de God van de hemel hebben vertoornd, heeft Hij hen aan de koning van Babylonië, de Chaldeeër Nebukadnessar, uitgeleverd.
Lees meer ...Ezra 6:1-11 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 6
Toen gaf koning Darius bevel om een onderzoek in te stellen in de Babylonische archieven, waar de schatten worden bewaard. In de burcht van Ekbatana, in de provincie Medië, vond men een rol waarin de volgende gedenkwaardige gebeurtenis beschreven was: ‘In zijn eerste regeringsjaar heeft koning Cyrus het volgende bevel gegeven aangaande de tempel van God in Jeruzalem: De tempel moet worden herbouwd, op de plaats waar geofferd wordt. De fundamenten moeten dezelfde blijven, en hij moet zestig el hoog worden en zestig el breed. Hij moet bestaan uit drie lagen steenblokken en één laag hout, en de kosten moeten worden betaald uit de koninklijke schatkist.
Lees meer ...Ezra 6:12-22 Ondanks verzet wordt de tempel herbouwd 7
Moge de God die Zijn naam laat wonen in deze tempel, de tempel van God in Jeruzalem, alle koningen en volken neerslaan die een poging doen om dit besluit te overtreden door de tempel te verwoesten. Ik, Darius, heb dit bevel gegeven, en het moet nauwkeurig worden uitgevoerd.’ Tattenai, de gouverneur van de provincie Trans-Eufraat, Setar-Boznai en hun ambtgenoten voerden nauwgezet uit wat koning Darius bevolen had. De oudsten van de Judeeërs vorderden gestaag met de bouw, dankzij het optreden van de profeet Haggai en van Zacharia, de kleinzoon van Iddo. Zij voltooiden de tempelbouw zoals de God van Israël en de Perzische koningen Cyrus, Darius en Artaxerxes bevolen hadden.
Lees meer ...Ezra 7:1-12 Ezra vertrekt naar Jeruzalem 1
Later, tijdens de regering van Artaxerxes, de koning van Perzië, vertrok een zekere Ezra uit Babylonië. Hij was de zoon van Seraja, de zoon van Azarja, de zoon van Chilkia, de zoon van Sallum, de zoon van Sadok, de zoon van Achitub, de zoon van Amarja, de zoon van Azarja, de zoon van Merajot, de zoon van Zerachja, de zoon van Uzzi, de zoon van Bukki, de zoon van Abisua, de zoon van Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, de eerste priester. Deze Ezra was een schrijver, goed onderlegd in de wet van Mozes, de wet die de HEER, de God van Israël, heeft gegeven,
Lees meer ...Ezra 7:13-20 Ezra vertrekt naar Jeruzalem 2
Hierbij bepaal ik dat elke priester, Leviet of andere Israëliet in mijn koninkrijk die voornemens is om met u naar Jeruzalem te gaan, vrij is zulks te doen. U wordt namelijk vanwege de koning en zijn zeven raadgevers naar Juda en Jeruzalem gezonden om daar een onderzoek in te stellen naar de naleving van de wet van uw God, waarover u beschikt. Ook moet u er het zilver en goud brengen dat de koning en zijn raadgevers vrijwillig hebben geschonken aan de God van Israël die in Jeruzalem woont,
Lees meer ...