Toen zei de vrouw:

‘Als mijn heer en koning mij toestaat, zou ik graag nog iets zeggen.’ ‘Spreek vrijuit,’ antwoordde hij, en de vrouw zei:

‘Waarom wilt u dan wel zoiets doen tegen Gods eigen volk? Wanneer u uw balling niet terugroept, beschuldigt u met deze uitspraak uzelf. Sterven zullen we immers allemaal; we zijn als water dat in de aarde wegvloeit wanneer het niet wordt opgevangen. Zou God niet op middelen zinnen en alles in het werk stellen om zijn balling terug te roepen? Dat ik gekomen ben om u, mijn heer en koning, deze zaak voor te leggen, is omdat de mensen me bang hebben gemaakt. Ik dacht bij mezelf:

Laat ik mijn zaak aan de koning voorleggen, wellicht voldoet hij aan mijn verzoek. De koning zal me beslist gehoor geven en zorgen dat niemand mij en mijn zoon uit Gods eigen land verdrijft. Ik zei bij mezelf:

De koning zal het verlossende woord spreken. U bent immers als een engel van God, mijn heer en koning, zoals u het voor en tegen van een zaak tegen elkaar afweegt. Moge de HEER, uw God, u ter zijde staan.’

Hierop zei de koning tegen de vrouw:

‘Nu wil ik u iets vragen, en ik verwacht een eerlijk antwoord.’ ‘Wat wilt u weten, mijn heer?’ vroeg ze, en de koning zei:

‘Heeft Joab hier soms de hand in?’ De vrouw antwoordde:

‘Zo waar u leeft, mijn heer en koning, u hebt het bij het rechte eind. Het is inderdaad uw dienaar Joab die me dit heeft opgedragen. Hij heeft me deze woorden in de mond gelegd. Dat heeft hij gedaan om u de zaak op een verhulde manier voor te leggen. U bent werkelijk zo wijs als een engel van God, mijn heer en koning, zoals u alles doorziet.’

De koning zei tegen Joab:

‘Goed dan, ik zal doen waar u op aanstuurt. U kunt mijn zoon Absalom terughalen.’ Joab knielde, boog diep voorover en zei:

‘Ik dank u, mijn heer en koning, dat u mij goedgezind bent en mijn verzoek inwilligt.’ Daarop vertrok hij naar Gesur en haalde Absalom terug naar Jeruzalem. Toen zei de koning:

‘Laat hij rechtstreeks naar zijn huis gaan, want ontvangen zal ik hem niet.’ Zo keerde Absalom naar huis terug, maar door de koning werd hij niet ontvangen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

2 Samuel 22:34-51 Het overwinningslied van David 3
2 Samuel 15:25-37 David vlucht uit Jeruzalem 2
2 Samuel 13:23-29 Absaloms wraak 1
2 Samuel 7:1-16 Toezeggingen over de voortzetting ...
2 Samuel 24:1-14 De volkstelling 1
2 Samuel 24:15-25 De volkstelling 2
2 Samuel 15:13-24 David vlucht uit Jeruzalem 1
2 Samuel 13:13-22 Amnon en Tamar 2
2 Samuel 12:13-25 David en Batseba 4
2 Samuel 1:17-27 David rouwt over Saul en Jonatan ...
2 Samuel 17:1-14 Krijgsraad bij Absalom 2
2 Samuel 8:15-18 Davids ambtenaren
2 Samuel 18:19-30 David rouwt over Absalom 1
2 Samuel 16:5-14 David vlucht uit Jeruzalem 4
2 Samuel 9:1-13 David en de zoon van Jonatan
2 Samuel 20:1-11 Afgunst tussen Juda en Israël 2
2 Samuel 17:15-23 David gewaarschuwd
2 Samuel 2:1-11 David gezalfd tot koning van Juda
2 Samuel 21:15-22 Heldendaden tegen het reuzengesl...
2 Samuel 20:23-26 Davids ambtenaren
2 Samuel 5:17-25 Twee aanvallen van de Filistijnen...
2 Samuel 11:1-13 David en Batseba 1
2 Samuel 6:1-11 De ark van God overgebracht naar J...
2 Samuel 18:9-18 De dood van Absalom 3
2 Samuel 4:1-4 Isboset vermoord 1
2 Samuel 14:25-33 Absaloms terugkeer 3
2 Samuel 10:13-19 Oorlog tegen de Ammonieten 2
2 Samuel 22:1-15 Het overwinningslied van David 1
2 Samuel 22:16-33 Het overwinningslied van David 2
2 Samuel 3:1-13 Abner onderhandelt met David en wo...
2 Samuel 1:1-16 David rouwt over Saul en Jonatan 1
2 Samuel 16:15-23 Krijgsraad bij Absalom 1
2 Samuel 11:14-27 David en Batseba 2
2 Samuel 23:8-17 Davids helden 1
2 Samuel 13:1-12 Amnon en Tamar 1
2 Samuel 20:12-22 Afgunst tussen Juda en Israël 3
2 Samuel 18:1-8 De dood van Absalom 2
2 Samuel 4:5-12 Isboset vermoord 2
2 Samuel 10:1-12 Oorlog tegen de Ammonieten 1
2 Samuel 12:26-31 Einde van de oorlog tegen de Amm...
2 Samuel 2:25-32 De slag bij Gibeon 2
2 Samuel 21:5-14 Het lot van de nakomelingen van S...
2 Samuel 19:10-21 David keert terug naar Jeruzalem...
2 Samuel 21:1-4 Het lot van de nakomelingen van Sa...
2 Samuel 23:1-7 Davids laatste woorden
2 Samuel 13:38-39-14:1-11 Absaloms terugkeer 1
2 Samuel 19:32-41 David keert terug naar Jeruzalem...
2 Samuel 23:18-39 Davids helden 2
2 Samuel 13:30-37 Absaloms wraak 2
2 Samuel 12:1-12 David en Batseba 3
2 Samuel 3:28-39 Abner onderhandelt met David en w...
2 Samuel 7:17-29 Toezeggingen over de voortzetting...
2 Samuel 5:6-16 De inname van Jeruzalem
2 Samuel 6:12-23 De ark van God overgebracht naar ...
2 Samuel 18:31-32-19:1-9 David rouwt over Absalom ...
2 Samuel 16:1-4 David vlucht uit Jeruzalem 3
2 Samuel 15:1-12 Absalom grijpt naar de macht
2 Samuel 17:24-29 De dood van Absalom 1
2 Samuel 3:14-27 Abner onderhandelt met David en w...
2 Samuel 2:12-24 De slag bij Gibeon 1
2 Samuel 19:42-44 Afgunst tussen Juda en Israël 1
2 Samuel 8:1-14 Davids overwinningen
2 Samuel 5:1-5 David tot koning van Israël gezalfd
2 Samuel 19:22-31 David keert terug naar Jeruzalem...
0Shares