Hij stuurde de profeet Natan naar David toe om hem het volgende te vertellen:

‘Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad, een rijke en een arme.  De rijke man had heel veel geiten, schapen en runderen,  de arme man had niet meer dan één lammetje kunnen kopen. Hij koesterde het en het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen. Het at van zijn brood en dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot; hij had het lief als een dochter.  Op zekere dag kreeg de rijke man een gast op bezoek. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om de reiziger een van zijn eigen geiten, schapen of runderen voor te zetten. Daarom nam hij het lammetje van de arme man en zette dat zijn gast voor.’  David ontstak in woede over de rijke man en zei tegen Natan:

‘Zo waar de HEER leeft, de man die zoiets doet verdient de dood.  Viervoudig moet hij het lam vergoeden, omdat hij zich zo harteloos heeft gedragen.’  Toen zei Natan:

‘Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël:

Ik was het die je zalfde tot koning van Israël, Ik was het die je redde uit de greep van Saul.  Have en goed van je heer, en de vrouwen van je heer erbij, heb Ik jou in de schoot geworpen; de heerschappij over Israël en Juda heb Ik aan jou overgedragen. Als dat je te weinig is, zal Ik er nog het een en ander aan toevoegen.  Waarom heb je dan Mijn geboden met voeten getreden door iets te doen dat slecht is in Mijn ogen? De Hethiet Uria is door jouw toedoen gedood. Je hebt hem zijn vrouw afgenomen en hem in de strijd tegen de Ammonieten laten vermoorden.  Welnu, voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je Mij hebt getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen.  Dit zegt de HEER:

Je eigen familie zal een bron van ellende voor je worden. Je zult moeten aanzien dat Ik je vrouwen aan een ander geef, aan iemand van je eigen familie. Die zal met je vrouwen slapen op klaarlichte dag.  Jij hebt in het diepste geheim gehandeld, maar Ik zal dit laten gebeuren ten overstaan van heel Israël en in het volle daglicht.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

2 Samuel 22:34-51 Het overwinningslied van David 3
2 Samuel 4:1-4 Isboset vermoord 1
2 Samuel 15:13-24 David vlucht uit Jeruzalem 1
2 Samuel 17:1-14 Krijgsraad bij Absalom 2
2 Samuel 8:1-14 Davids overwinningen
2 Samuel 8:15-18 Davids ambtenaren
2 Samuel 18:31-32-19:1-9 David rouwt over Absalom ...
2 Samuel 19:32-41 David keert terug naar Jeruzalem...
2 Samuel 19:42-44 Afgunst tussen Juda en Israël 1
2 Samuel 20:23-26 Davids ambtenaren
2 Samuel 1:17-27 David rouwt over Saul en Jonatan ...
2 Samuel 9:1-13 David en de zoon van Jonatan
2 Samuel 22:1-15 Het overwinningslied van David 1
2 Samuel 14:12-24 Absaloms terugkeer 2
2 Samuel 18:1-8 De dood van Absalom 2
2 Samuel 12:13-25 David en Batseba 4
2 Samuel 24:1-14 De volkstelling 1
2 Samuel 18:19-30 David rouwt over Absalom 1
2 Samuel 3:28-39 Abner onderhandelt met David en w...
2 Samuel 3:1-13 Abner onderhandelt met David en wo...
2 Samuel 16:5-14 David vlucht uit Jeruzalem 4
2 Samuel 2:12-24 De slag bij Gibeon 1
2 Samuel 7:1-16 Toezeggingen over de voortzetting ...
2 Samuel 23:1-7 Davids laatste woorden
2 Samuel 21:15-22 Heldendaden tegen het reuzengesl...
2 Samuel 13:23-29 Absaloms wraak 1
2 Samuel 4:5-12 Isboset vermoord 2
2 Samuel 18:9-18 De dood van Absalom 3
2 Samuel 13:38-39-14:1-11 Absaloms terugkeer 1
2 Samuel 20:1-11 Afgunst tussen Juda en Israël 2
2 Samuel 17:15-23 David gewaarschuwd
2 Samuel 7:17-29 Toezeggingen over de voortzetting...
2 Samuel 21:1-4 Het lot van de nakomelingen van Sa...
2 Samuel 3:14-27 Abner onderhandelt met David en w...
2 Samuel 5:6-16 De inname van Jeruzalem
2 Samuel 20:12-22 Afgunst tussen Juda en Israël 3
2 Samuel 19:22-31 David keert terug naar Jeruzalem...
2 Samuel 23:8-17 Davids helden 1
2 Samuel 21:5-14 Het lot van de nakomelingen van S...
2 Samuel 24:15-25 De volkstelling 2
2 Samuel 23:18-39 Davids helden 2
2 Samuel 11:1-13 David en Batseba 1
2 Samuel 16:15-23 Krijgsraad bij Absalom 1
2 Samuel 16:1-4 David vlucht uit Jeruzalem 3
2 Samuel 2:25-32 De slag bij Gibeon 2
2 Samuel 10:1-12 Oorlog tegen de Ammonieten 1
2 Samuel 12:26-31 Einde van de oorlog tegen de Amm...
2 Samuel 5:1-5 David tot koning van Israël gezalfd
2 Samuel 10:13-19 Oorlog tegen de Ammonieten 2
2 Samuel 6:12-23 De ark van God overgebracht naar ...
2 Samuel 15:1-12 Absalom grijpt naar de macht
2 Samuel 6:1-11 De ark van God overgebracht naar J...
2 Samuel 19:10-21 David keert terug naar Jeruzalem...
2 Samuel 11:14-27 David en Batseba 2
2 Samuel 13:1-12 Amnon en Tamar 1
2 Samuel 14:25-33 Absaloms terugkeer 3
2 Samuel 17:24-29 De dood van Absalom 1
2 Samuel 13:30-37 Absaloms wraak 2
2 Samuel 22:16-33 Het overwinningslied van David 2
2 Samuel 15:25-37 David vlucht uit Jeruzalem 2
2 Samuel 1:1-16 David rouwt over Saul en Jonatan 1
2 Samuel 13:13-22 Amnon en Tamar 2
2 Samuel 2:1-11 David gezalfd tot koning van Juda
2 Samuel 5:17-25 Twee aanvallen van de Filistijnen...
0Shares