Page 2 of 2
1 2

Deuteronomium 16:1-12 Over de grote feesten 1

Ieder jaar in de maand abib moet u voor de HEER, uw God, het pesachoffer bereiden. Hij heeft u immers op een nacht in die maand uit Egypte weggeleid. Voor het pesachoffer ter ere van de HEER moet u geiten, schapen of runderen slachten op de plaats die Hij zal kiezen om er Zijn naam te laten wonen. Bij dat vlees mag u geen gedesemd brood eten, maar alleen ongedesemd brood, gedurende zeven dagen. Het is het tranenbrood dat u, zolang u leeft, zal herinneren aan de dag waarop u wegtrok uit Egypte, aan dat overhaaste vertrek. Zeven dagen lang mag er in het hele land bij u geen stukje zuurdesem te vinden zijn.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 17:1-13 Over rechters, koningen, priesters en profeten 2

Ook mag u Hem geen rund, schaap of geit met een of ander gebrek offeren, want ook daarvan heeft Hij een afschuw. Wanneer zich in een van de steden die de HEER, uw God, u zal geven, iemand bevindt, man of vrouw, die doet wat slecht is in de ogen van de HEER door de regels van het verbond te overtreden, door andere goden te vereren, de Zon, de Maan of de sterren, en daarvoor neer te knielen, hoewel ik dat verboden heb, en het komt u ter ore, dan moet u zorgvuldig navraag doen. Als blijkt dat het waar is, als onomstotelijk vaststaat dat deze gruwelijke dingen onder het volk van Israël hebben plaatsgevonden, dan moet u de man of vrouw die zich zo misdragen heeft de stad uit brengen en buiten de poort stenigen tot de dood erop volgt.

0Shares
Lees meer ...

Deuteronomium 17:14-20 Over rechters, koningen, priesters en profeten 3

Wanneer u in het land gekomen bent dat de HEER, uw God, u zal geven en u het in bezit hebt genomen en er woont, zegt u misschien: ‘Laten we een koning aanstellen, net zoals de volken om ons heen.’ Dat is geoorloofd: u mag uit uw midden iemand die door de HEER, uw God, zal worden uitgekozen, als koning aanstellen. Maar het mag niet iemand uit een ander land of van een ander volk zijn.

0Shares
Lees meer ...
Page 2 of 2
1 2