De HEER zei tegen Mozes:
‘Spoor de Israëlieten ertoe aan wraak te nemen op de Midjanieten, daarna zul je met je voorouders verenigd worden.’ Hierop zei Mozes tegen het volk:
‘Een deel van de mannen moet zich klaarmaken voor de strijd. Ze moeten de Midjanieten aanvallen om de wraak van de HEER aan Midjan te voltrekken. Elke stam van Israël moet duizend man in het veld brengen.’ Zo werden er twaalfduizend weerbare mannen gerekruteerd, duizend man uit elke stam van Israël. Mozes liet deze mannen, duizend uit elke stam, uitrukken samen met Pinechas, de zoon van de priester Eleazar, die de heilige voorwerpen en de trompetten bij zich droeg. Ze trokken tegen de Midjanieten ten strijde, zoals de HEER Mozes had bevolen, en doodden alle mannen, onder wie de koningen van Midjan:
Ewi, Rekem, Sur, Chur en Reba. En naast de vijf Midjanitische koningen doodden ze ook Bileam, de zoon van Beor. De Israëlieten namen de Midjanitische vrouwen en kinderen gevangen, maakten zich meester van de runderen en het overige vee van de Midjanieten en van al hun bezittingen, en legden de steden waarin ze woonden en hun tentenkampen in de as. De geroofde bezittingen en de hele buit aan mensen en dieren namen ze mee, en ze brachten zowel de gevangenen als de buitgemaakte goederen naar Mozes, de priester Eleazar en het volk van Israël, naar het kamp in de vlakte van Moab, aan de Jordaan, ter hoogte van Jericho.
Mozes, de priester Eleazar en de leiders van de gemeenschap verlieten het kamp en gingen hun tegemoet. Toen werd Mozes woedend op de bevelhebbers, de aanvoerders van duizend en de aanvoerders van honderd man, die daar uit de strijd terugkeerden. ‘U hebt de vrouwen in leven gelaten?!’ zei hij. ‘Juist zij waren het die de Israëlieten, op aanraden van Bileam, destijds bij de Peor verleid hebben tot ontrouw aan de HEER, en dat veroorzaakte de plaag die de gemeenschap van de HEER getroffen heeft. Dood daarom alle kinderen van het mannelijk geslacht en alle vrouwen die met een man hebben geslapen, maar laat meisjes die nog nooit met een man hebben geslapen in leven.