Na de plaag zei de HEER tegen Mozes en Eleazar, de zoon van de priester Aäron: ‘Houd onder heel Israël een telling van alle weerbare mannen van twintig jaar en ouder. Tel hen per familie.’ Mozes en de priester Eleazar riepen alle mannen van twintig jaar en ouder bijeen, in de vlakte van Moab, aan de Jordaan, ter hoogte van Jericho, zoals de HEER Mozes had opgedragen. Dit waren de nakomelingen van de Israëlieten die weggetrokken waren uit Egypte: De stam Ruben, Israëls eerstgeborene.
Lees meer ...Numeri 26:15-32 De Israëlieten opnieuw geteld 2
Afstammelingen van Gad, geordend naar geslacht: van Sefon stamde het geslacht van de Sefonieten af, van Chaggi het geslacht van de Chaggieten, van Suni het geslacht van de Sunieten, van Ozni het geslacht van de Oznieten, van Eri het geslacht van de Erieten, van Arod het geslacht van de Arodieten, van Areli het geslacht van de Arelieten. Dit waren de geslachten van de Gadieten – 40.500 ingeschrevenen. Zonen van Juda: Er en Onan. Zowel Er als Onan was in Kanaän gestorven. Afstammelingen van Juda, geordend naar geslacht: van Sela stamde het geslacht van de Selanieten af, van Peres het geslacht van de Parsieten, van Zerach het geslacht van de Zarchieten.
Lees meer ...Numeri 26:33-50 De Israëlieten opnieuw geteld 3
Chefers zoon Selofchad had geen zonen maar wel dochters. De namen van de dochters van Selofchad waren Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirsa. Dit waren de geslachten van Manasse; het aantal ingeschrevenen bedroeg 52.700. Afstammelingen van Efraïm, geordend naar geslacht: van Sutelach stamde het geslacht van de Sutalchieten af, van Becher het geslacht van de Bachrieten, van Tachan het geslacht van de Tachanieten. Afstammelingen van Sutelach: van Eran stamde het geslacht van de Eranieten af. Dit waren de geslachten van de Efraïmieten – 32.500 ingeschrevenen. Dit waren de nakomelingen van Jozef, geordend naar geslacht. Afstammelingen van Benjamin, geordend naar geslacht: van Bela stamde het geslacht van de Balieten af,
Lees meer ...Numeri 26:51-65 De Israëlieten opnieuw geteld 4
Het aantal ingeschreven Israëlieten bedroeg 601.730. De HEER zei tegen Mozes: ‘Het land moet onder deze stammen verdeeld worden overeenkomstig het aantal ingeschrevenen: geef een grote stam een groot gebied als erfelijk bezit, een kleine stam een klein gebied. Het lot zal beslissen hoe het land verdeeld moet worden en welk gebied elke stam, overeenkomstig het aantal ingeschrevenen, toegewezen krijgt; het lot beslist over de toewijzing van zowel de grote als de kleine stamgebieden.’ Dit waren de ingeschrevenen van de Levieten, geordend naar geslacht: afstammend van Gerson het geslacht van de Gersonieten, van Kehat het geslacht van de Kehatieten, van Merari het geslacht van de Merarieten.
Lees meer ...Numeri 27:1-11 Erfrecht van vrouwen
De dochters van Selofchad, die tot een geslacht behoorden dat van Jozefs zoon Manasse afstamde – Selofchad was een zoon van Chefer, de zoon van Gilead, de zoon van Machir, de zoon van Manasse – kwamen naar de ingang van de ontmoetingstent en wendden zich tot Mozes, de priester Eleazar, de leiders en het hele volk. Deze vrouwen, Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirsa genaamd, legden hun het volgende voor: ‘Onze vader is in de woestijn gestorven. Hij behoorde niet tot de aanhangers van Korach, die tegen de HEER in opstand kwamen, maar is om zijn eigen zonden gestorven.
Lees meer ...Numeri 27:12-23 Mozes draagt de leiding over aan Jozua
De HEER zei tegen Mozes: ‘Beklim het Abarimgebergte, zodat je kunt uitkijken over het land dat Ik de Israëlieten geef. Wanneer je het gezien hebt, zul je met je voorouders verenigd worden, net als je broer Aäron. Dat is omdat jullie in de woestijn van Sin, toen de Israëlieten met verwijten kwamen over water, tegen Mijn bevel zijn ingegaan en in hun bijzijn geen ontzag hebben getoond voor Mijn heiligheid.’ (Dat was het water van Meribat-Kades in de woestijn van Sin.)
Lees meer ...Numeri 28:1-15 Dagelijkse offers en offers op hoogtijdagen 1
De HEER zei tegen Mozes: ‘Laat de Israëlieten ervoor zorgen dat ze Mij op de vastgestelde tijden Mijn offers brengen, het voedsel dat Mij wordt aangeboden als een geurige gave die Mij behaagt. Zeg tegen hen: “Elke dag moet u de HEER een offergave aanbieden. Draag Hem dagelijks twee eenjarige rammen zonder enig gebrek als brandoffer op, de ene ram ’s morgens, de andere tegen het vallen van de avond, met een graanoffer van een tiende efa tarwebloem vermengd met een kwart hin zuivere olijfolie. Dit is een brandoffer dat u dagelijks moet brengen en dat op de Sinai is ingesteld; het is een geurige gave die de HEER behaagt. Bij de eerste ram hoort een wijnoffer van een kwart hin wijn.
Lees meer ...Numeri 28:16-31 Dagelijkse offers en offers op hoogtijdagen 2
Op de veertiende dag van de eerste maand wordt ter ere van de HEER het pesachoffer bereid. En op de vijftiende dag van die maand begint het feest waarop er zeven dagen lang ongedesemd brood gegeten wordt. De eerste dag moet u als heilige dag samen vieren; u mag dan niet werken. Draag de HEER als brandoffer twee stieren, een volwassen ram en zeven eenjarige rammen op; ze mogen geen enkel gebrek hebben. Bied daarbij een graanoffer aan van tarwebloem vermengd met olijfolie: drie tiende efa bij elke stier, twee tiende efa bij de volwassen ram en één tiende efa bij elk van de zeven jonge rammen.
Lees meer ...Numeri 29:1-15 Dagelijkse offers en offers op hoogtijdagen 3
De eerste dag van de zevende maand zullen de hoorns schallen. Vier die dag gezamenlijk als heilige dag; u mag dan niet werken. U moet de HEER die dag als brandoffer, als een geurige gave die de HEER behaagt, een stier opdragen, een volwassen ram en zeven eenjarige rammen zonder enig gebrek, met het bijbehorende graanoffer van tarwebloem vermengd met olijfolie: drie tiende efa bij de stier, twee tiende efa bij de volwassen ram en één tiende efa bij elk van de zeven jonge rammen. Bied ook een bok aan, als reinigingsoffer, om verzoening voor u te bewerken. Deze offers komen niet in mindering op het maandelijkse brandoffer en het daarbij horende graanoffer en ook niet op het dagelijkse brandoffer en de voorgeschreven graan- en wijnoffers die daarbij horen.
Lees meer ...Numeri 29:16-28 Dagelijkse offers en offers op hoogtijdagen 4
Bied als reinigingsoffer een bok aan. Deze offers komen niet in mindering op het dagelijkse brandoffer en het daarbij horende graan- en wijnoffer. Op de tweede dag biedt u twaalf stieren aan, twee volwassen rammen en veertien eenjarige rammen zonder enig gebrek, en bij elk van de stieren en bij elk van de volwassen en jonge rammen de bijbehorende graan- en wijnoffers, zoals voorgeschreven. Verder als reinigingsoffer een bok. Deze offers komen niet in mindering op het dagelijkse brandoffer en het daarbij horende graan- en wijnoffer. Op de derde dag elf stieren, twee volwassen rammen en veertien eenjarige rammen zonder enig gebrek, en bij elk van de stieren en bij elk van de volwassen en jonge rammen de bijbehorende graan- en wijnoffers, zoals voorgeschreven.
Lees meer ...