De HEER zei tegen Aäron:
‘Jij en je zonen en je hele familie zullen verantwoordelijk worden gesteld voor overtredingen die in het heiligdom worden begaan, en jij en je zonen alleen worden verantwoordelijk gesteld voor overtredingen die jullie bij het uitoefenen van het priesterschap begaan. Laat je verwanten, de stam Levi, de stam van je voorvader, samen met jou naar het heiligdom komen; ze moeten zich bij je aansluiten en jou en je zonen behulpzaam zijn wanneer jullie voor de tent met de verbondstekst dienst doen. Zij moeten de taken verrichten die jij hun geeft en zorg dragen voor de tent zelf. Maar ze mogen niet in de buurt van de heilige voorwerpen of het altaar komen, anders zullen ze sterven, en jullie ook. Ze moeten zich bij je aansluiten en zorg dragen voor de ontmoetingstent, voor alle werkzaamheden die daar verricht worden. Onbevoegden mogen niet in jullie nabijheid komen wanneer jullie de heilige voorwerpen en het altaar verzorgen. Zo kunnen jullie voorkomen dat de Israëlieten door Mijn toorn getroffen worden. Hierbij zonder Ik jullie verwanten, de Levieten, van de andere Israëlieten af, en Ik wijs hen aan jullie toe. Zij zijn afgestaan aan de HEER en moeten werkzaamheden bij de ontmoetingstent verrichten. Maar jij en je zonen verrichten alle priesterlijke taken bij het altaar en in de ruimte achter het voorhangsel. Dat is jullie werk. Ik geef jullie het priesterschap als een geschenk. Iedere onbevoegde daarentegen die te dicht bij het heiligdom komt zal gedood worden.’
De HEER zei verder tegen Aäron:
‘Hierbij vertrouw Ik de geschenken die Mij gebracht worden aan jou toe. Alle heilige gaven die de Israëlieten Mij brengen, geef Ik aan jou en je zonen. Ze zijn voor jullie bestemd, jullie hebben daar voor altijd recht op. Wat van de allerheiligste gaven niet verbrand wordt, komt jou toe. Dit geldt voor alle gaven die de Israëlieten Mij brengen bij hun graanoffers, hun reinigingsoffers en hun hersteloffers. De allerheiligste gaven komen jou en je zonen toe. Eet ze op de allerheiligste plaats. Al je mannelijke nakomelingen mogen ervan eten. Respecteer de heiligheid ervan.