De priester neemt het graanoffer van de jaloezie van haar handen, biedt het de HEER als offergave aan en brengt het naar het altaar. Hij neemt er een handvol van af en verbrandt dat als teken van de hele offergave op het altaar. Vervolgens geeft hij de vrouw het water te drinken. Als ze zich verontreinigd heeft en ontrouw is geweest aan haar man, zal het vloekbrengende water dat hij haar te drinken geeft in haar lichaam zijn bittere uitwerking hebben.
Lees meer ...Numeri 6:1-12 Voorschriften voor Nazireeërs 1
De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer een man of vrouw een bijzondere gelofte aflegt om zich als nazireeër aan de HEER te wijden, moet zo iemand zich onthouden van wijn en andere drank. Hij mag ook geen verzuurde wijn drinken, geen andere verzuurde drank en geen druivensap, en hij mag geen verse of gedroogde druiven eten. Zolang zijn nazireeërschap duurt, mag hij niets eten dat van de wijnstok afkomstig is, zelfs niet iets dat van de pitten en velletjes gemaakt wordt. Ook mag, zolang zijn nazireeërgelofte geldt, zijn hoofd niet door een scheermes worden aangeraakt;
Lees meer ...Numeri 6:13-21 Voorschriften voor Nazireeërs 2
Wanneer de periode van het nazireeërschap voorbij is, gelden de volgende voorschriften: De nazireeër moet naar de ingang van de ontmoetingstent gebracht worden, en daar moet hij de HEER een offergave aanbieden: een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer, een eenjarige ooi zonder enig gebrek als reinigingsoffer en een volwassen ram zonder enig gebrek als vredeoffer, verder een mand met ongedesemd tarwebrood, dikke broden, met olijfolie bereid, en dunne ongedesemde broden, met olijfolie bestreken, en de bijbehorende graan- en wijnoffers.
Lees meer ...Numeri 6:22-27 De priesterzegen
De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen: “Moge de HEER u zegenen en u beschermen, moge de HEER het licht van Zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de HEER u Zijn gelaat toewenden en u vrede geven.”
Lees meer ...Numeri 7:1-17 De inwijdingsgeschenken 1
Op de dag waarop Mozes de laatste hand legde aan het opbouwen van de tabernakel, zalfde hij die, met alle toebehoren, en ook het altaar en het altaargerei; zo heiligde hij alles. Daarna brachten de leiders van de Israëlieten, de familiehoofden die aan het hoofd van de stammen stonden en de leiding hadden bij de inschrijving, de HEER geschenken: zes overhuifde wagens en twaalf ossen – elk tweetal leiders gaf gezamenlijk een wagen en ieder van hen afzonderlijk gaf een os. Toen ze die voor de tabernakel hadden gezet, zei de HEER tegen Mozes: ‘Neem deze geschenken van hen aan en gebruik ze ten behoeve van de ontmoetingstent. Stel ze ter beschikking van de Levieten, afhankelijk van de taak die ieder heeft.’
Lees meer ...