Aan de westkant moeten de afdelingen van Efraïm zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Efraïmieten is Elisama, de zoon van Ammihud. Zijn leger is volgens de telling 40.500 man sterk. Aan dezelfde kant komt de stam Manasse. Hun aanvoerder is Gamliël, de zoon van Pedasur. Zijn leger telt 32.200 man. Ook de stam Benjamin komt daar. Hun aanvoerder is Abidan, de zoon van Gidoni. Zijn leger telt 35.400 man. In totaal tellen de legerafdelingen van Efraïm 108.100 man. Zij breken als derde op.
Aan de noordkant moeten de afdelingen van Dan zich bij hun vaandel legeren. Aanvoerder van de Danieten is Achiëzer, de zoon van Ammisaddai. Zijn leger is volgens de telling 62.700 man sterk. Aan dezelfde kant slaat de stam Aser zijn tenten op. Hun aanvoerder is Pagiël, de zoon van Ochran. Zijn leger telt 41.500 man. Ook de stam Naftali komt daar. Hun aanvoerder is Achira, de zoon van Enan. Zijn leger telt 53.400 man. In totaal tellen de legerafdelingen van Dan 157.600 man. Zij breken het laatst op, elke afdeling bij zijn eigen vaandel.’
Het aantal Israëlieten dat ingeschreven was, geordend naar families, bedroeg voor het hele leger, voor alle afdelingen bij elkaar, 603.550. De Levieten waren niet met de andere Israëlieten meegeteld; zo had de HEER het Mozes opgedragen.
De Israëlieten deden alles wat de HEER Mozes had opgedragen:
allen legerden zich bij hun eigen vaandel, en zo trokken ze ook weer verder, ingedeeld naar geslacht en familie.